Beleid
Financiering
De financieringsfunctie van de gemeente omvat alle activiteiten die voorzien in de vermogensbehoefte van de gemeente. Het gaat daarbij om het aantrekken van geldleningen en het uitzetten van tijdelijk overtollig geld. Verder gaat het om de beheersing van de financiële risico’s die gepaard gaan met de geldstromen, van de financiële posities en van de vermogenswaarden. Het financieringsbeleid is nodig om de rente die de gemeente moet betalen te beheersen en de daarmee samenhangende risico’s te beperken.
De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) geeft de wettelijke kaders voor de treasuryfunctie van decentrale overheden. Een belangrijk uitgangspunt van de wet is dat een gemeente voorzichtig moet omgaan met publieke middelen. Dit uit zich onder andere in de beheersing van renterisico’s door middel van wettelijke normen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm . Het kan voorkomen dat de gemeente in een bepaalde periode overtollig geld heeft. Als ze dat geld niet uitleent aan medeoverheden en als dat geld meer is dan een drempelbedrag, dan moet de gemeente dat aanhouden in ‘s Rijks schatkist’: ‘verplicht schatkistbankieren’. Ook stelt de Wet Fido strenge eisen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen en de te gebruiken instrumenten. Artikel 212 van de Gemeentewet verplicht de gemeente de gemeentelijke regelgeving voor de financieringsfunctie vast te leggen in de Verordening financiën 2013, verder uitgewerkt in het Treasurystatuut.
In de gemeentelijke regelgeving is onder andere het renteomslagstelsel geregeld. De gemiddelde rente is de afgelopen jaren sterk gedaald. Hierdoor zijn de gemiddelde vermogenskosten van de gemeente aanzienlijk gezakt en is het mogelijk om de omslagrente te verlagen van 4% naar 3,5% per 1 januari 2017. Ook bij andere gemeenten zien we deze ontwikkeling. Omdat het hierbij gaat om een grote operatie, met veel interne herverdelingseffecten, nemen we hiervoor een jaar de tijd om de verlaging op een verantwoorde manier te verwerken in de begroting. Dit betekent dat het college in deze meerjarenbegroting nog rekent met een omslagrente van 4%. Het daarbij behorende renteresultaat is al verwerkt in het algemene beeld. In de Kaderbrief 2016 zal het college de mogelijke overige financiële consequenties schetsen. De aanpassing naar 3,5% zal het college bij de Begroting 2017 doorvoeren. Met het oog op een stabiel meerjarig begrotingsbeeld streeft het college ernaar om dit percentage voor langere tijd vast te houden.
Leningverstrekking en garantieverlening
Gemeenten mogen uitsluitend geldleningen uitzetten en garanties verlenen voor de publieke taak. We spreken van een publieke taak wanneer overheidsingrijpen noodzakelijk is om een maatschappelijk belang te realiseren. De gemeenteraad bepaalt wat tot de publieke taak behoort. Bij het verstrekken van geldleningen en garanties is een voldoende motivering van de overwegingen vereist, zodat gemeenteraad en toezichthouder dit kunnen toetsen. Overwegingen voor de gemeenteraad hierbij zijn of de betreffende activiteiten direct of indirect van belang zijn voor alle of een groot deel van de eigen inwoners en of de gemeente de geëigende overheidspartij is om deze activiteiten te steunen.
De verordening Leningverstrekking en garantieverlening Rotterdam 2014 biedt een helder en transparant kader voor het verstrekken van leningen en de verlening van garanties voor rechtspersonen. Bij leningverstrekking of garantieverlening stelt de gemeente zich terughoudend op (“Nee, tenzij…”). Daarnaast houdt de gemeente rekening met de staatssteunregelgeving. Het is verder de inzet van de gemeente om de kosten die samenhangen met de leningverstrekking en garantieverlening te beheersen en te verlagen door toepassing van een actief kredietrisicobeheer.
