Bijstellingen

Financieel kader product:

2016

2017

2018

2019

 Sport en Recreatie

Beginstand jaarovergang

-  82 100

-  79 132

-  80 193

-  80 193

Bezuinigingen

   934

   934

  1 184

  1 184

Ramingsbijstellingen

   0

   0

   0

   0

Reserves

   0

   0

   0

   0

Technische wijzigingen

-   826

-   494

-   133

-   215

Totaal

-  81 992

-  78 692

-  79 142

-  79 224

Toelichting bezuinigingen

Om de ramingsbijstellingen en intensiveringen meerjarig te kunnen dekken, stelt het college enkele bezuinigingsmaatregelen voor. In de kaderbrief is aangegeven dat hiervan € 14 mln nog nader uitgewerkt wordt in de begroting 2016. Voor het product Sport en Recreatie wordt hiervoor € 486 aan bezuinigingen voor 2016 en 2017 voorgesteld, oplopend naar € 736 vanaf 2018. De bezuinigingen laten zich als volgt specificeren:

  • Speeltuinen (€ 250)

De gemeente heeft een budget van € 3,2 mln voor structurele subsidies voor 58 speeltuinen en 22 Duimdropvoorzieningen. Daarnaast wordt een budget van € 1,9 mln ingezet voor de kostendekkende huur van speeltuinen. In 2014 en 2015 zijn aanvullend hierop incidentele subsidies ingezet voor extra activiteiten. Dit extra budget wordt niet verlengd. De structurele budgetten zijn voldoende om de continuïteit van speeltuinen te borgen.

  • LCC’s (€ 250 vanaf 2018)

De gemeente gaat de programmering van de Lokale cultuurcentra anders invullen: meer vraag- en wijkgericht, meer verspreid over diverse bestaande locaties en een andere vorm van beheer. Het beheer wordt overgedragen van de gemeente aan externe beheerders. De LCC’s De Hoekstee en ‘t Klooster blijven op de huidige locatie, hiervoor wordt naar een andere vorm van (extern) beheer gezocht. Voor wijktheater Musica en de LCC's Romeijnshof, De Castagnet wordt de (cultuur)programmering op locaties elders ondergebracht. Voor Musica en de Castagnet wordt onderzocht of deze gebouwen een andere (wijk)functie kunnen krijgen, met dan tevens een nieuwe vorm van beheer door bijvoorbeeld marktpartijen of via een bewonersinitiatief. Voor Romeijnshof is de richting om de cultuurprogrammering elders in het gebied te presenteren, de verschillende activiteiten uit te faseren en deze locatie af te stoten. De taakstelling is € 250 vanaf 2018, aanvullend op de al eerder vastgestelde taakstelling van € 300 en wordt dus in totaal € 550.

  • Gedeeltelijke vrijval bestemmingsreserve combinatiefuncties (€ 200)

Lekker Fit: de aangelegde bestemmingsreserve voor de flexibele pensioenen van de vakleerkrachten (combifunctionarissen) is in 2016 niet volledig nodig. Hiervan wordt eenmalig € 200 ingezet voor de bezuinigingsopgave.

  • Pilot Natuur- en milieueducatie (€ 200 vanaf 2017)

De gemeente gaat de NME-lessen aan basisscholen anders invullen. Nu worden de lessen gegeven door ambtenaren bij de gemeentelijke NME-organisatie. Er komt een omslag om de NME-organisatie een regierol te geven en lessen (deels) bij andere partijen neer te leggen. Dit gebeurt geleidelijk, via pilots in enkele gebieden.

  • Afzien trendberekening op subsidies (€ 36)

Voor 2016 wordt geen accres toegepast voor de subsidies op het gebied van sport, NME en recreatie.

Bestedingsanalyse Inkoop (€ 448)
De bestedingsanalyse leidt tot een besparing op de inkoop. Voor 2016 is de gehele besparing van € 10 mln structureel verwerkt in de begrotingen van de producten en programma’s. Dit leidt binnen dit product tot lagere lasten van € 448.

Toelichting ramingsbijstellingen

Citylab010 (€ 0)
Voor subsidieaanvragen in het kader van Citylab010 is binnen het product Sport en Recreatie een bedrag van € 50 vrijgemaakt.  

Toelichting technische wijzigingen

Technische wijzigingen (- € 826)
In de begroting is een herverdeling van de formatie binnen onderdelen van Maatschappelijke Ontwikkeling verwerkt. Dit leidt tot verschuivingen binnen de producten. Vanaf 2013 worden de loonkosten door een genormeerd loonkostenmodel begroot. Vanaf 2016 houdt het loonkostenmodel beter rekening met specifieke personele toelagen bij de verschillende organisatieonderdelen. Dit leidt tot verschuivingen in de loonkosten tussen de organisatieonderdelen en daarmee de producten en programma's. Daarnaast is in het coalitieakkoord afgesproken dat de gemeentelijke organisatie aan het einde van de collegeperiode in 2018 € 40 mln structureel goedkoper is. Deze besparing wordt voor ruim de helft op de bedrijfsvoering (€ 20,5 mln) gerealiseerd. Daarnaast dragen de domeinen Gebieden (onderdeel Gebied en organisatieonderdelen voor zover werkzaam in de gebieden) en Beleid respectievelijk € 9,4 mln en € 7 mln bij. In het primair proces gaat het om € 2,2 mln aan besparingen. Het opnieuw inrichten van de controlfunctie levert € 1 mln. op. De effecten hiervan zijn ook op dit product verwerkt.
De concernbrede overheadkosten binnen de producten Rotterdamse Serviceorganisatie en Concernhuisvesting stijgen. Deze kosten worden generiek op basis van fte over de andere producten doorbelast. Dit leidt binnen dit product tot verhoging aan interne lasten.
Daarnaast is de indexering 2016 in de begroting verwerkt en is nog sprake van enkele beperkte budgetoverhevelingen tussen producten.