Ramingsbijstellingen
Ramingsbijstellingen | 30.349 | 10.274 | 6.514 | -3.727 |
Onttrekking Algemene reserve | 28.737 | 19.564 | 7.353 | -20.527 |
Gemeentefonds | 11.600 | 2.500 | 9.500 | 10.700 |
Ramingsbijstelling Algemene middelen | 1.934 | 1.967 | 3.447 | 3.266 |
Trend 2015 | 2.507 | 3.053 | 3.820 | 3.820 |
Trend 2016 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Afloop begroting | 0 | 0 | 0 | -7.181 |
Niet behaalde efficiency deelgemeenten | -5.000 | -5.000 | -5.000 | -5.000 |
Frictiekosten RIO | -6.750 | -6.750 | -6.750 | 0 |
Bedrijfsvoeringsknelpunten | -18.454 | -18.610 | -18.610 | -18.610 |
Stelpost Voorjaarsretraite | 3.550 | 3.550 | 3.550 | 3.550 |
Omslagrente | 14.125 | 11.750 | 10.380 | 9.000 |
Herijking Bestemmingreserve Krimp | 0 | 0 | -7.176 | 20.355 |
Bezuiniging Van Werk Naar Werk | 1.100 | 1.250 | 1.000 | -8.100 |
Erpachtconversieopbrengsten aan IFR | -8.000 | -8.000 | 0 | 0 |
Toelichting ramingsbijstellingen
Onttrekking Algemene reserve (€ 28,7 mln.)
De algemene reserve wordt als een verevening gebruikt om tot een sluitend kader te komen. In de jaren dat er een tekort is, wordt deze gedekt uit de algemene reserve en andersom.
Gemeentefonds (€ 11,6 mln.)
De omvang van de algemene uitkering het Gemeentefonds wijzigt door het actualiseren van waarden van maatstaven en de normeringssystematiek. Deze systematiek houdt in dat het Gemeentefonds meebeweegt met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU) volgens het principe ‘samen-de-trap-op, samen-de-trap-af’. De NGRU, in grote lijnen de rijksuitgaven minus de uitgaven aan Zorg, Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt, omhelst ongeveer 38% van de Rijksuitgaven van het Rijk.
In 2015 is de tweede fase van het groot onderhoud van het Gemeentefonds, met uitzondering van het cluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing, afgerond. Conform planning en zoals opgenomen in de begroting 2015 zijn de financiële consequenties hiervan structureel € 9 mln negatief. Voor de meicirculaire Gemeentefonds 2016 vindt voor het cluster Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing, opnieuw, groot onderhoud plaats. Eventuele financiële gevolgen hiervan worden meegenomen in de begroting 2017. Het risico van de herijking is opgenomen in de weerstandsparagraaf.
Ramingsbijstellingen Algemene middelen (2016 € 1,9 mln.)
Deze ramingsbijstellingen zijn een uitvloeisel van besluitvorming bij het begrotingsproces 2015 en de realisatie 2014 en heeft voornamelijk betrekking op rentebijstellingen als gevolg van veranderingen in de balans.
Trend 2015 (2016 € 2,5 mln.)
Jaarlijks wordt een post gereserveerd voor de trend. Bij de begroting 2015 was het lastig een precieze berekening te maken omdat de verwerking toen voor het eerst op een andere manier heeft plaatsgevonden. De resterende middelen worden ingezet voor het algemene beeld.
Trend 2016 (€ 5 mln.)
Jaarlijks wordt een post gereserveerd voor het verwerken van de trend in de begroting. Voor 2016 is uitgegaan van een bedrag van € 10 mln. Op basis van de huidige inzichten is € 5 mln voldoende.
Afloop begroting 2019 (2019: - € 7,2 mln.)
Gebruikelijk is om het nieuwe begrotingsjaar te kopiëren vanuit het voorgaande begrotingsjaar. In dit geval is 2018 gekopieerd naar 2019. Voor 2019 hebben 2 aanpassingen plaatsgevonden t.o.v. 2018:
1) de toevoeging aan de algemene reserve van € 17,8 mln wordt teruggedraaid, in de beginstand van de begroting wordt daardoor nog geen toevoeging of onttrekking aan de algemene reserve begroot.
2) in de begroting is in 2018 een extra besparing van € 25 mln opgenomen deze voor 2019 is teruggedraaid omdat deze geen structureel karakter had.
Niet behaalde efficiency deelgemeenten (- € 5 mln.)
Bij het afschaffen van de deelgemeenten is een efficiency taakstelling van € 5 mln structureel op de bedrijfsvoeringskosten opgenomen. Bij de verdere uitwerking van de taakstelling bleek dat hiermee al rekening was gehouden bij de invulling van andere bezuinigingen en dat dit tot een dubbeltelling heeft geleid en dat deze nu niet meer behaald kan worden.
Frictiekosten Rotterdam in Ontwikkeling (- € 6,8 mln.)
De doorontwikkeling van de organisatie "Rotterdam in Ontwikkeling" is gekoppeld aan de besparingsopdracht van € 10 mln in 2016, € 20 mln in 2017 en € 40 mln in 2018. De besparing en de daaruit voortvloeiende krimp worden zoveel mogelijk organisch gerealiseerd. Dat wil zeggen door gebruik te maken van natuurlijk verloop in combinatie met extra inzet op vrijwillige mobiliteit en het matchen van (op termijn ontstane) vacatures aan (op termijn beschikbare) kandidaten (strategische personeelsplanning). Hierdoor ontstaan zo min mogelijk herplaatsingskandidaten. Voor deze opgave is € 27 mln aan budget nodig. De kosten hiervan worden over 4 jaar verdeeld (2015 t/m 2018).
Bedrijfsvoeringsknelpunten (- € 18,5 mln.)
In de grote en complexiteit van de opgaven de afgelopen jaren, het tempo van de organisatieontwikkeling, de aanpassingen van processen en (administratieve) systemen en de stapeling van taakstellingen, zijn enkele fouten ontstaan. De totaal problematiek op de bedrijfsvoering bedraagt € 34 mln. Hiervan is € 15,7 mln opgenomen onder het product Rotterdamse Serviceorganisatie, dit betreft de dubbel efficiency taakstelling. De overige bedrijfsvoeringsknelpunten (dubbel concernbrede bedrijfsvoeringsmaatregelen, energie en overig) zijn onder het product Algemene middelen opgenomen.
Stelpost Voorjaarsretraite (€ 3,5 mln.)
Bij het uitwerken van de uitkomsten van de voorjaarsretraite hebben we deze zomer moeten concluderen dat er een besparingsreeks verkeerd is ingeboekt. Dit leidt in de planperiode tot een structureel knelpunt van € 3,5 mln. Deze stelpost zal worden meegenomen in de Voorjaarsretraite 2016.
Omslagrente (€ 14,1 mln.)
Als gevolg van de verwachte gemiddeld lagere vermogenskosten in relatie tot de omslagrente wordt er een positief resultaat verwacht op het product Financiering. Gebruikelijk is dit resultaat toe te voegen aan de Financieringsreserve om toekomstige renterisico's op te vangen (vindt plaats op het product Financiering). Op dit moment is de omvang van de Financieringsreserve echter voldoende en valt voor een deel vrij ten gunste van het algemene beeld.
Herijking Bestemmingsreserve Krimp (2018 - € 7,2 mln., 2019 € 20,4 mln. )
Deze ramingsbijstelling bestaat uit twee onderdelen:
De bestemmingsreserve Krimp is gevormd t.b.v. de reorganisatie Motie 31. Deze bestemmingsreserve Krimp is herijkt. Uit deze herijking blijkt dat er in de reserve Krimp voor 2015 tot en met 2017 voldoende dekking aanwezig is, maar voor 2018 is er een incidenteel knelpunt van € 7,2 mln. Deze kosten zijn gebaseerd op een inschatting van de ontwikkeling van het huidige bestand van herplaatsingskandidaten. Vanaf 2019 wordt niet meer gewerkt met de bestemmingsreserve Krimp en worden de structurele lasten opgenomen in de begroting en verwerkt bij het product Van Werk Naar Werk. De structurele toevoeging aan de reserve Krimp valt hiermee vrij (€ 20,4 mln).
Bezuiniging Van Werk Naar Werk (€ 1,1 mln.)
Als gevolg van een doorlichting van de activiteiten en budgetten naast de Bestemmingsreserve Krimp, zoals de budgetten voor het personeel van voormalige organisaties in liquidatie (VOIL) is er structureel een meevaller van € 1,1 mln in 2016, € 1,25 mln in 2017 en € 1 mln vanaf 2017.
Opbrengsten erfpachtconversie (- € 8 mln.)
Met woningcorporaties zijn afspraken gemaakt over de verkoop van in erfpacht uitgegeven gronden. De opbrengst hiervan wordt toegevoegd aan het Investeringsfonds Rotterdam.
