Personeel
Bezetting en loonkosten
Als gevolg van het collegeprogramma #Kendoe is een oplopende besparingsopgave van € 40 miljoen vastgelegd in het coalitieakkoord “Volle kracht vooruit” die uiteindelijk zal leiden tot een kleinere, efficiëntere en goedkopere organisatie. Dit gaat gepaard met een afname in de begrote bezetting van in totaal ongeveer 400 tot 500 fte eind 2018. In 2016 zal de eerste besparing op personeel gerealiseerd worden. Hiermee komen de begrote loonkosten uit op € 735,7 mln. Dit komt overeen met een formatie van ±11.150 fte.
De komende jaren richt de besparing zich vooral op het terugbrengen van het aantal ambtenaren in management-, staf-, beleids- en ondersteuningsfuncties. Om de besparingsopgave te realiseren is de inzet om zoveel als mogelijk organisch te veranderen, met maximaal gebruik van natuurlijk verloop en het herschikken van personele capaciteit. Op deze manier wordt geprobeerd om reorganisaties en als gevolg daarvan herplaatsingskandidaten tot een minimum te beperken. Hierbij is het van belang om te voorkomen dat er geen sprake is van verschuiving van kosten, bijvoorbeeld minder loonkosten ten koste van meer inhuur. Om deze nieuwe opgave te realiseren zijn vanaf 2016 tot en met 2019 opnieuw frictiekosten geraamd, in totaal gaat het om € 27 mln.
Bij het programma Van Werk Naar Werk (VWNW) c.q. het Concern Mobiliteitscentrum (CMc) vindt ook de begeleiding plaats van medewerkers die op grond van eerdere reorganisaties herplaatsingskandidaat zijn geworden. Er zijn additionele maatregelen genomen, gericht op het versneld afbouwen van deze groep herplaatsingskandidaten:
- maatwerkarrangementen voor herplaatsingskandiaten onder Sociaal Statuut 2005 en 2010;
- externe begeleidingstrajecten (o.a. outplacement) voor herplaatsingskandiaten onder Sociaal Statuut 2013;
- intensiveren van begeleiding bij ziekte, verzuim en disciplinaire trajecten.
De daadwerkelijke externe uitstroom en interne doorstroom van herplaatsingskandidaten is onzeker en wordt om die reden nauwlettend gevolgd.
nr | Afkorting cluster | Loonkosten (x €1.000) | Formatie (in fte's) | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
Rek 2014 | Beg 2015* | Beg 2016 | Rek 2014 | Beg 2015* | Beg 2016 | ||
A | DV | 32.950 | 35.161 | 34.858 | 533 | 574 | 580 |
B | MO | 129.756 | 135.057 | 135.624 | 2.035 | 2.119 | 2.123 |
C | SB | 167.298 | 165.888 | 168.098 | 3.036 | 3.114 | 3.154 |
D | SO | 105.564 | 101.496 | 98.235 | 1.313 | 1.327 | 1.290 |
E | W&I | 71.069 | 77.034 | 85.591 | 1.161 | 1.397 | 1.383 |
F | BSD | 54.163 | 57.293 | 53.322 | 609 | 644 | 645 |
G | RSO | 167.832 | 140.501 | 134.411 | 1.861 | 1.950 | 1.921 |
VWVW** | 28.522 | 29.961 | 19.742 | 562 | nvt | nvt | |
KPL Raad | 6.090 | 5.909 | 5.843 | 61 | 62 | 62 | |
Concern | 763.244 | 748.298 | 735.725 | 11.171 | 11.187 | 11.159 | |
Externe inhuur
Sinds 2010 ligt het concernplafond voor inhuur op 15% van de totale loonsom, inclusief de kosten voor inhuur zelf. In het kader van de bezuinigingen wordt er sinds enkele jaren op gestuurd om ruim binnen deze norm te blijven. In de afgelopen jaren is het totaalbedrag externe inhuur al teruggebracht van € 98,2 mln in 2010 naar € 32,8 mln in 2013. Vanaf 2014 is weer een stijging te zien in de uitgaven voor externe inhuur. Voor 2016 is voor externe inhuur slechts € 26,5 mln begroot (bijna 4% van de totale loonsom). Tegelijkertijd is op basis van de afgelopen jaren zichtbaar dat de begroting voor externe inhuur gedurende het jaar vaak omhoog wordt bijgesteld. Dit heeft grotendeels te maken met fluctuaties in het benodigde werk. Gedurende het jaar vinden daarom bijstellingen plaats in de vorm van verschuivingen van loonkosten (vanuit vacatureruimte) naar externe inhuur, maar ook in de vorm van extra opdrachten waar inkomsten en dus dekkingsbronnen tegenover staan.
nr | Afkorting cluster | Inhuur externen (x €1.000) | ||
|---|---|---|---|---|
Rek 2014 | Beg 2015* | Beg 2016 | ||
A | DV | 1.401 | 722 | 1.098 |
B | MO | 6.499 | 8.501 | 4.924 |
C | SB | 7.472 | 8.440 | 7.566 |
D | SO | 5.517 | 2.005 | 786 |
E | W&I | 13.652 | 16.486 | 3.644 |
F | BSD | 63 | 302 | 373 |
G | RSO | 8.156 | 7.936 | 7902 |
VWVW** | nvt | nvt | nvt | |
KPL Raad | 298 | 156 | 157 | |
Concern | 43.058 | 44.459 | 26.450 | |
Gesprekscyclus
In 2012 is in het kader van de motie Molenaar – “medewerkersgesprekken jaarlijks op 100%” (12GR2001) concernbreed de norm voor de te voeren medewerkergesprekken op 100% gesteld. De gemeente hecht er waarde aan dat alle medewerkers jaarlijks gesprekken voeren met hun leidinggevende. Clusters streven er ook in 2016 naar om deze ambitie zo dicht mogelijk te benaderen. In de afgelopen jaren was er sprake van een gestage toename van het aantal gevoerde gesprekken: van ± 40% in 2010 naar ± 81% in 2014. In 2016 is het streven gericht op een verdere verbetering ten opzichte van voorgaand jaar.
Verzuim
Het blijft een opgave om tegelijk met de concernontwikkeling en de voortgaande krimp het verzuim te laten dalen. Toch blijft dit noodzakelijk. De aanpak wordt geïntensiveerd. Daarbij vraagt met name het langdurig verzuim om aandacht. Het eerste streven is om de norm van 5,5% concernbreed te realiseren. De verzuimfrequentie norm van 1,5 melding per medewerker per jaar wordt gehandhaafd.
nr | Afkorting cluster | Ziekteverzuim (in%) | ||
|---|---|---|---|---|
Rek 2014 | Beg 2015 | Beg 2016 | ||
A | DV | 6,7 | 7,3 | 5,5 |
B | MO | 6,4 | 6,5 | 6 |
C | SB | 7,6 | 8 | 8 |
D | SO | 3,5 | 4,7 | 3,9 |
E | W&I | 8,2 | 7,2 | 7 |
F | BSD | 2,9 | 3 | 3 |
G | RSO | 7,4 | 3,5 | 4,9 |
VWVW** | nvt | nvt | nvt | |
KPL Raad | 3,7 | 4 | 4 | |
Concern | 6,5 | 5,5 | 5,5 | |
* Stand 1e bestuursrapportage | ||||
** Het programma VWNW maakt onderdeel uit van de RSO, loonkosten en bezetting worden hier apart getoond | ||||
