Ontwikkelingen
Externe ontwikkelingen
De door- en uitstroom van herplaatsingskandidaten is achtergebleven bij de oorspronkelijke begroting. De belangrijkste factoren daarvoor zijn een slechte externe arbeidsmarkt en een grote mismatch tussen het vacature-aanbod en de kandidaten.
Interne ontwikkelingen
De uitvoering van Motie 31 was in de periode 2010-1014 de basis voor een grootschalige reorganisatie van de gemeentelijke organisatie. Deze heeft geleid tot circa 1.000 herplaatsingskandidaten. In het kader van de versnelde afbouw van het aantal resterende herplaatsingskandidaten per 1 januari 2015, heeft de gemeente medio 2015 met externe partijen resultaatafspraken gemaakt om op ‘no cure no pay’ basis herplaatsingskandidaten te bemiddelen naar een baan op de externe arbeidsmarkt. In 2016 wordt deze aanpak voortgezet.
Naar aanleiding van de gemaakte afspraken in het coalitieakkoord 2014 is de gemeente een programma gestart voor de verdere doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Dit zal opnieuw leiden tot een krimp van de formatie. De ambitie is deze krimp zoveel mogelijk organisch te realiseren: door natuurlijk verloop in combinatie met strategische personeelsplanning. Voor de kosten die dit met zich meebrengt heeft het college een frictiekostenbudget van € 27 mln beschikbaar gesteld.
Herplaatsingskandidaten bij de gemeente Rotterdam krijgen begeleiding naar ander werk. Afhankelijk onder welk Sociaal Statuut iemand valt duurt dit minimaal twee jaar. Daarna wordt het dienstverband met de gemeente in principe beëindigd. Het college heeft besloten de huidige groep herplaatsingskandidaten in de loonschalen 1 tot en met 3 ook na deze begeleidingsperiode in dienst te houden. Met dit collegebesluit krijgen deze medewerkers nieuw perspectief. Afgezien dat hiermee extra lasten ten behoeve van WW- en/of bijstandsuitkeringen worden voorkomen, kiest de gemeente Rotterdam in haar rol als werkgever nu duidelijk koers voor de werknemers in de lagere loonschalen. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid voor mensen die een beperktere kans van slagen hebben op de arbeidsmarkt.
