Prioriteiten

Stedelijk Verkeersplan

  • In 2016 legt het college het Stedelijk Verkeersplan voor aan de gemeenteraad.

A13/A16
In 2016 staan de volgende mijlpalen op de agenda, onder regie van het ministerie van I&M:

  • vaststelling van het tracébesluit
  • afronding van de uitvoeringsovereenkomsten
  • voltooiing van het programma van eisen voor de aanbesteding

Blankenburgverbinding
In 2016 worden onder regie van het ministerie van I&M de volgende mijlpalen bereikt:

  • vaststelling van het tracébesluit
  • voltooiing van het programma van eisen voor de aanbesteding
  • afronding van het programma van eisen voor de aanbesteding afgerond
  • In de producten A13/A16 en Blankenburgverbinding moeten op adequate wijze de afspraken worden opgenomen en geborgd die het Rijk en de regiopartijen hebben gemaakt over functionaliteit en inpassing. De inbreng van de gemeente in dit project is erop gericht om dat te bewaken.

Dynamisch verkeersmanagement en benutten bestaande netwerk

  • De gemeente vervangt jaarlijks circa 16 van de in totaal 240 verkeerslichtinstallaties in de stad.
  • De gemeente optimaliseert de afstelling van de verkeerslichten. Inzet is om bij vervanging of aanpassing van verkeerslichteninstallaties fietsers en voetgangers meer comfort (meer of vaker groen) en de tram meer prioriteit te geven. De regensensor, die in het najaar geplaatst zal worden, is een voorbeeld hiervan.
  • De gemeente ontwikkelt ‘tunnelwet-proof’-verkeersmanagement voor de Maastunnel
  • In het kader van het onderzoekstraject SURF (Smart Urban Cities of the Future) maken kennisinstellingen met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de provincie Zuid Holland een onderzoeksvoorstel op het gebied van zelfrijdende voertuigen. Het onderzoek richt zich vooral op de ruimtelijke effecten op lange termijn van automatisch rijden. De gemeente heeft de intentie uitgesproken partner te willen zijn in dit onderzoek.
  • Met andere overheden en bedrijfsleven werkt de gemeente binnen De Verkeersonderneming aan doorontwikkeling van de mobiliteitsmarkt, met nieuwe mobiliteitsdiensten voor Rotterdammers en Rotterdamse bedrijven tot gevolg
  • De gemeente zet in op regionale samenwerking via regioregie (voor afstemming wegwerkzaamheden), het regionaal verkeerskundig team en de regiodesk, en op de ontwikkeling van een virtuele verkeerscentrale
  • De gemeente gaat door met de Verkeersmarinier en de Verkeersregiekamer Rotterdam

MIRT-onderzoek bereikbaarheid Rotterdam – Den Haag (MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport)

  • Het ministerie van I&M en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) trekken het MIRT–onderzoek. Dit onderzoek richt zich op de brede bereikbaarheidsopgaven in het gebied van de MRDH. De gemeente Rotterdam neemt deel in dit onderzoek
Toelichting

Stedelijk Verkeersplan
Het Stedelijk Verkeersplan bevat keuzes voor de bereikbaarheid voor het stedelijk gebied voor korte en langere termijn. De keuzes op korte termijn krijgen gestalte in de vorm van experimenten. De gewenste ingrepen in het stedelijk verkeersnetwerk op langere termijn borgt de gemeente via lopende planprocessen, zoals het MIRT-onderzoek bereikbaarheid Rotterdam – Den Haag; zie onder)

A13/A16
De uitgangspunten voor de inpassing van de weg en het pakket maatregelen dat vanuit het regionaal budget beschikbaar is voor de bovenwettelijke inpassingswensen, zijn inmiddels door het college akkoord bevonden en voorgelegd aan de raad. De Rotterdamse inzet is erop gericht in de voorbereiding van Tracébesluit en verdere uitwerking van inrichtingsplannen en ontwerpen, te borgen dat de afspraken worden nagekomen.

Blankenburgverbinding
De uitgangspunten voor de inpassing van de weg en het daarbij behorende kwaliteitsprogramma zijn inmiddels door het college akkoord bevonden en ook in de commissie EHMD besproken.

MIRT-onderzoek bereikbaarheid Rotterdam – Den Haag
In september 2015 is het MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam – Den Haag gestart met een Kwartiermakersfase. In deze fase worden overheden en marktpartijen geconsulteerd over de mogelijke problemen die geconsulteerde partners zien op het gebied van bereikbaarheid die in het MIRT onderzoek betrokken moeten worden. Ook kunnen andere kwesties, zoals bijvoorbeeld de Rotterdams ambitie om de economische situatie, gezondheid en ruimtelijke kwaliteit van de buitenruimte voor de Rotterdammers te verbeteren en die relatie hebben met bereikbaarheid, aangekaart worden. Een kwestie die bijvoorbeeld meegenomen zal worden is de al eerder in de raad aan de orde gestelde problematiek van de leegstand van kantoren in de Brienenoordcorridor.

Deze fase wordt in het eerste kwartaal van 2016 afgerond met de oplevering van twee hoofdproducten. Het eerste is het Resultatenrapport met daarin de weergave van de inbreng van de overheden en marktpartijen. Het tweede is een  Plan van Aanpak voor de daaropvolgende fase van het onderzoek. In deze fase zullen alle ingebrachte kwesties uit de kwartiersmakersfase nader geanalyseerd worden. Dit zal uitmonden in een overzicht van kwesties waarvoor in het kader van het onderzoek een vervolgonderzoek naar oplossingsrichtingen uitgevoerd zal gaan worden.