Bijstellingen

Financieel kader product:

2016

2017

2018

2019

 Beheer algemene middelen

Beginstand jaarovergang

 1 514 490

 1 493 251

 1 476 941

 1 476 942

Bezuinigingen

-  10 035

-  10 035

-  29 035

-  29 035

Ramingsbijstellingen

  29 219

  8 994

  5 484

  4 523

Reserves

   0

   0

   0

   0

Taakmutaties

-  10 570

  3 859

  7 243

  11 597

Technische wijzigingen

-  1 083

-  1 189

-  1 183

-  1 969

Totaal

 1 522 021

 1 494 880

 1 459 450

 1 462 058

Toelichting bezuinigingen

Vervallen concernbrede stelpost Rotterdam in Ontwikkeling (€ 10 mln)
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de gemeentelijke organisatie aan het einde van de collegeperiode in 2018 € 40 miljoen structureel goedkoper is. Deze besparing wordt voor ruim de helft op de bedrijfsvoering (€ 20,5 mln) gerealiseerd. Daarnaast dragen de domeinen Gebieden (onderdeel Gebied en organisatieonderdelen voor zover werkzaam in de gebieden) en Beleid respectievelijk € 9,4 mln en € 7 mln bij. In het primair proces gaat het om € 2,2 mln aan besparingen. Het opnieuw inrichten van de controlfunctie levert € 1 mln op. Deze besparingen waren in de begroting 2015 als stelpost verwerkt op het product Beheer algemene middelen. De uitwerking heeft nu plaatsgevonden en komt terug bij de verschillende producten en programma's.

Bijstelling onvoorzien (€ 900)
Op concernniveau wordt conform het BBV jaarlijks een stelpost onvoorzien opgenomen. De laatste jaren bedroeg deze post € 4,5 mln. Dit bedrag is ooit bepaald als 0,1% van het totaal van de lasten. Door de dalende omvang van de lasten in de afgelopen jaren wordt deze post structureel verlaagd naar € 3,6 mln, dit is gelijk aan circa  0,1% van de huidige begrote lasten en begrote toevoegingen aan reserves.

Stelpost Bestedingsanalyse (€ 0)

Zoals aangegeven in de Kaderbrief realiseren wij een besparing door slimmer in te kopen en scherper te sturen op de contractrealisatie. De besparing waarmee we in de begroting rekening houden bedraagt € 10 mln in 2016, € 20 mln in 2017 en € 21 mln in 2018 en 2019. Voor 2016 is de gehele besparing van € 10 mln verwerkt in de begrotingen van de producten en programma’s. Hier ligt een eerste maatregelenpakket op inkoop aan ten grondslag.Voor 2017 t/m 2019 wordt het maatregelenpakket nog ingevuld en daarom is als stelpost bestedingsanalyse € 10 mln in 2017 en € 11 mln in 2018 en 2019 begroot bij het product Beheer Algemene middelen. Hiervoor wordt in de komende maanden verder gewerkt aan inkoopmaatregelen met als doel de stelpost in de Omissieregeling 2016 op de producten en programma’s te verwerken.

Toelichting ramingsbijstellingen

Toevoeging aan de Bestemmingsreserve IFR (- € 8 mln)
De verwachte erfpachtconversie opbrengsten (zie hiervoor het product Erfpacht) worden toegevoegd aan het IFR.

Gemeentefonds (€ 11.6 mln)

De omvang van de algemene uitkering het Gemeentefonds wijzigt door het actualiseren van waarden van maatstaven en de normeringssystematiek. Deze systematiek houdt in dat het Gemeentefonds meebeweegt met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU) volgens het principe ‘samen-de-trap-op, samen-de-trap-af’. De NGRU, in grote lijnen de rijksuitgaven minus de uitgaven aan Zorg, Sociale Zekerheid en Arbeidsmarkt, behelst ongeveer 38% van de uitgaven van het Rijk. In 2015 is de tweede fase van het groot onderhoud van het Gemeentefonds, met uitzondering van het cluster Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing, afgerond. Conform planning en zoals opgenomen in de begroting 2015 zijn de financiële consequenties hiervan structureel € 9 mln negatief. Er vindt voor het cluster Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Stedelijke Vernieuwing (opnieuw) groot onderhoud plaats. Eventuele financiële gevolgen hiervan zullen worden meegenomen in de begroting 2017. Het risico van herijking is opgenomen bij de berekening van de  weerstandsratio.

Trend 2016 (€ 5 mln)
Jaarlijks wordt een post gereserveerd voor het verwerken van de trend (de verwachte loon- en prijsontwikkeling voor het komende jaar) in de meerjarenbegroting. De meerjarenbegroting wordt hiermee op prijspeil 2016 gebracht. Voor 2016 is uitgegaan van een bedrag van € 10 mln. Op basis van de huidige inzichten is € 5 mln voldoende.

Trend 2015 (€ 2.5 mln)
Jaarlijks wordt een post gereserveerd voor de trend. Bij de begroting 2015 was het lastig een precieze berekening te maken omdat de verwerking toen voor het eerst op een andere manier heeft plaatsgevonden. De trend, de verwachte loon- en prijsontwikkeling, wordt steeds verwerkt over de meerjarenbegroting. De resterende middelen worden ingezet voor het algemene beeld, dit werkt meerjarig door.

Ramingsbijstellingen Algemene middelen (€ 1.9 mln)
Deze ramingsbijstellingen zijn een uitvloeisel van besluitvorming bij het begrotingsproces 2015 en de realisatie 2014 en heeft voornamelijk betrekking op rentebijstellingen als gevolg van veranderingen in de balans.

Afloop begroting 2019
Gebruikelijk is om het nieuwe begrotingsjaar te kopiëren vanuit het voorgaande begrotingsjaar. In dit geval is 2018 gekopieerd naar 2019. Voor 2019 hebben 2 aanpassingen plaatsgevonden t.o.v. 2018:
1) De toevoeging aan de algemene reserve van € 17.819 wordt teruggedraaid. In de beginstand van de begroting wordt daardoor nog geen toevoeging of onttrekking aan de algemene reserve begroot.  
2) In de begroting is in 2018 een extra besparing van € 25 mln opgenomen. Deze is voor 2019 teruggedraaid omdat deze geen structureel karakter heeft.

Bedrijfsvoeringsknelpunten (- € 18.5 mln)

In de grootte en complexiteit van de opgaven de afgelopen jaren, het tempo van de organisatieontwikkeling, de aanpassingen van processen en (administratieve) systemen en de stapeling van taakstellingen, zijn enkele fouten ontstaan. De totaal problematiek op de bedrijfsvoering bedraagt € 34 mln. Hiervan is € 15,7 mln opgenomen onder het product Rotterdamse Serviceorganisatie, dit betreft de dubbeltelling efficiency taakstelling. De overige bedrijfsvoeringsknelpunten (dubbeltelling concernbrede bedrijfsvoeringsmaatregelen, energie en overig) zijn onder het product Algemene middelen opgenomen.

Niet behaalde efficiency deelgemeenten (- € 5 mln)
Bij het afschaffen van de deelgemeenten is een efficiency taakstelling van € 5 mln structureel op de bedrijfsvoeringskosten opgenomen. Bij de verdere uitwerking van de taakstelling bleek dat hiermee al rekening was gehouden bij de invulling van andere bezuinigingen en dat dit tot een dubbeltelling heeft geleid.

Frictiekosten Rotterdam in Ontwikkeling (- € 6.8 mln)
De doorontwikkeling van de organisatie "Rotterdam in Ontwikkeling" is gekoppeld aan de besparingsopdracht van € 10 mln in 2016, € 20 mln in 2017 en € 40 mln in 2018. De besparing en de daaruit voortvloeiende krimp worden zoveel mogelijk organisch gerealiseerd. Dat wil zeggen door gebruik te maken van natuurlijk verloop in combinatie met extra inzet op vrijwillige mobiliteit en het matchen van (op termijn ontstane) vacatures aan (op termijn beschikbare) kandidaten (strategische personeelsplanning). Hierdoor ontstaan zo min mogelijk herplaatsingskandidaten. Voor deze opgave is € 27 mln aan budget nodig. De kosten hiervan worden over 4 jaar verdeeld (2015 t/m 2018).

Herijking bestemmingsreserve Krimp
De bestemmingsreserve Krimp is gevormd t.b.v. de reorganisatie Motie 31. Deze bestemmingsreserve Krimp is herijkt. Uit deze herijking blijkt dat er in de reserve Krimp voor 2015 tot en met 2017 voldoende dekking aanwezig is, maar voor 2018 is er een incidenteel knelpunt van € 7,2 mln. Deze kosten zijn gebaseerd op een inschatting van de ontwikkeling van het huidige bestand van herplaatsingskandidaten. Vanaf 2019 wordt niet meer gewerkt met de bestemmingsreserve Krimp en worden de structurele kosten opgenomen in de begroting verwerkt bij het product Van Werk Naar Werk. De structurele toevoeging aan de reserve Krimp valt hiermee vrij (€ 20,4 mln).

Stelpost Voorjaarsretraite (€ 3.6 mln)

Bij het uitwerken van de uitkomsten van de voorjaarsretraite hebben we deze zomer moeten concluderen dat er een besparingsreeks verkeerd is ingeboekt. Dit leidt in de planperiode tot een structureel knelpunt van € 3,5 mln. Deze stelpost zal worden meegenomen in de Voorjaarsretraite 2016.

Omslagrente (€ 14.1 mln)
Als gevolg van de verwachte gemiddeld lagere vermogenskosten in relatie tot de omslagrente wordt er een positief resultaat verwacht op het product Financiering. Gebruikelijk is dit resultaat toe te voegen aan de Financieringsreserve om toekomstige renterisico's op te vangen (dit vindt plaats op het product Financiering). Op dit moment is de omvang van de Financieringsreserve echter voldoende en valt deze voor een deel vrij ten gunste van het algemene beeld.

Onttrekking Algemene reserve (€ 28.7 mln)
De onttrekking aan de Algemene reserve wordt in deze begroting met € 28.737 verhoogd, de totale begroting onttrekking komt daarmee voor 2016 op € 58.340.

Toelichting reserves

Lagere onttrekking bestemmingsreserve Krimp (motie 31) (€ 0)
Bij het product Beheer Algemene middelen waren lasten begroot t.b.v. de reorganisatie Motie 31 voor arrangementen. Hier tegenover stond een onttrekking van dezelfde omvang aan de bestemmingsreserve Krimp (2016 € 800, 2017 € 500, 206 € 400, 2019 € 354). Afgesproken is nu om vanaf 2015 deze lasten en de onttrekking te begroten bij het product Van Werk Naar Werk (VWNW). Het hiervoor begrote bedrag bij het product Beheer Algemene Middelen kan daarmee komen te vervallen.

Combineren vrijval en toevoeging bestemmingsreserve Krimp (motie 31) (€ 0)
Voor de bestemmingsreserve Krimp is voor 2015, en voor de volgende jaren, zowel een toevoeging als een vrijval opgenomen. Ter bevordering van de transparantie wordt voorgesteld deze twee posten te combineren tot één mutatie op de toevoeging. De vrijval  komt daarmee te vervallen en de toevoeging aan de reserve wordt verlaagd. De mutatie 2019 heeft betrekking op een correctie tussen onttrekking en vrijval, per saldo nihil. Dit verloopt zonder consequenties voor de standen van de reserve en voor het algemene beeld.

Lagere onttrekking bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) (€ 0)
Vooruitlopend op de invulling van het investeringsvoorstel 2016 waren de lasten en de bijbehorende onttrekking aan het IFR vooralsnog opgenomen binnen het product Beheer Algemene Middelen. De begrotingsvoorstellen zijn nu verwerkt in de producten/programma's waar de investeringen op betrekking hebben.

Toelichting taakmutaties

Het Gemeentefonds is -in principe- vrij besteedbaar. Gedragslijn in Rotterdam is dat taakmutaties binnen de algemene uitkering en wijzigingen in decentralisatie en integratie-uitkeringen worden ingezet voor het doel waarvoor deze beschikbaar worden gesteld (dan wel worden gekort), tenzij anders wordt besloten.

Deze baten komen binnen bij het product Beheer Algemene Middelen, de lasten worden begroot bij de producten waarop de uitkeringen betrekking hebben. Voor de beschikbare middelen voor  Bodemsanering wordt echter voorgesteld deze  toe te voegen aan de bestemmingsreserve Taakmutaties als gevolg van faseringsverschillen (- € 8.468). Op het moment dat de precieze invulling bekend is zullen de onttrekkingen worden begroot.

De verwerkte taakmutaties zijn hieronder in de tabel opgenomen. De reeks die in de overzichtstabel zichtbaar wordt onder taakmutaties is de som van deze reeks en de toevoeging aan de bestemmingsreserve taakmutaties van - € 8.468.

Toelichting technische wijzigingen

Hieronder vinden een groot aantal wijzigingen plaats die op concernniveau neutraal zijn. De belangrijkste wijzigingen zijn:

Trend 2016 (- € 5 mln)

De begroting 2016 is bijgesteld voor inflatie. Bron van de inflatiepercentages zijn de CPB-cijfers van maart 2015. Voor materieel wordt de Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC) gebruikt, voor inkomsten/belastingen/tarieven de Consumentenprijsindex (CPI). Wijzigingen van salarissen zijn eigen inschattingen. Correcties vinden plaats voor de jaren t-1 (2015) en t-2 (2014) zoals deze zijn gebruikt bij de concernbegroting 2015. Dit leidt in hoofdlijnen tot de volgende percentages: materieel (-/- 0,55%), personeel (0,5%) subsidies (70% personeel en 30% materieel: 0,2%)  en inkomsten/belastingen/tarieven (-/- 0,15%). Het bijstellen van de begroting 2016 van prijspeil 2015 naar 2016 leidt tot € 5 mln hogere lasten.

Verschuiving taakstelling overhead (€ 7.1 mln)
In de begroting 2015 was onder Algemene middelen een taakstelling begroot op de overhead van € 7.100. Deze taakstelling wordt nu verschoven naar het programma Serviceorganisatie op het product Rotterdamse Serviceorganisatie (RSO). Achtergrond van deze taakstelling is een verlaging van kosten als gevolg van een verdere verlaging van de formatie. Voor 2015 is deze verschuiving verwerkt in de 1e Bestuursrapportage 2015, voor 2015 ging het om een bedrag van € 5.400.