Ontwikkelingen
Externe ontwikkelingen
In Rotterdam, op landelijk niveau en in andere steden wordt gezocht naar andere structuren, nieuwe rolverdelingen en een grotere gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het cultuurbeleid. Het huidige Cultuurplan biedt onvoldoende flexibiliteit, onvoldoende ruimte voor nieuwe initiatieven en innovatie, onvoldoende incentives voor samenwerking en gezamenlijke verantwoordelijkheid.
Tussen OCW, de rijksfondsen voor cultuur, de grote steden en de culturele sector zijn gesprekken gestart om te onderzoeken of en hoe een nieuw cultuurstelsel gestalte kan krijgen.
Als bijdrage aan het verbetertraject en de bijbehorende reorganisatie bij de stichting Wereldmuseum Rotterdam heeft het college – behalve het treffen van een aantal governancemaatregelen – besloten voor 2015 en 2016 een extra subsidie van € 1 mln per jaar beschikbaar te stellen. In het kader van het Cultuurplan 2017-2020 zal een besluit genomen worden over de hoogte van de subsidie aan het Wereldmuseum voor volgende jaren.
In het lopende Cultuurplan is sinds 2015 rekening gehouden met een lagere subsidie voor het Luxor Theater.
Hoewel het Luxor Theater de afgelopen jaren kostenbesparingen heeft gerealiseerd,
schat zij in 2016 een extra bedrag van maximaal € 0,8 mln nodig te hebben om de begroting dekkend te krijgen. De economische recessie van de afgelopen jaren heeft zijn stempel gedrukt op de programmering en de publieksbelangstelling voor het theater.
Voor het Luxor Theater vloeit de extra subsidiebehoefte mede voort uit besluiten die genomen zijn in het kader van het Cultuurplan 2013-2016. In afwachting van de beoordeling van het jaarplan 2016 en de uitkomsten van de bedrijfsvoeringsgesprekken, reserveert het college het restant van de voorziening voor Frictiekosten Cultuurplan 2013-2016 voor mogelijke dekking van de knelpunt bij het Luxor Theater.
Interne ontwikkelingen
Het colllege wil stimuleren dat het culturele beleid bijdraagt aan het streven om meer hoogopgeleide bevolkingsgroepen aan te trekken, te binden, vast te houden, zodat de bevolkingssamenstelling in de komende jaren evenwichtiger wordt qua opleidingsniveau.
De veranderende relatie overheid-maatschappij-culturele sector vraagt om een andere opstelling van de gemeente en een nieuwe relatie tussen overheid en bedrijfsleven. Denk aan publiek-private partnerschappen, nieuwe financieringsvormen naast of in plaats van subsidies en sponsoring en co-creatie. De vorming van een Stadsfonds past in deze ontwikkeling.
Kunst en cultuur zijn geen op zichzelf staande uitingsvormen. Meer dan voorheen wordt de relatie tussen cultuur en andere beleidsterreinen als economie, zorg, welzijn, sport en onderwijs zichtbaar in gezamenlijke activiteiten en andere vormen van samenwerking. Samenwerking is voor het college dan ook een van de belangrijkste thema’s in het cultuurbeleid voor de komende jaren.
De noodzaak van het ontwikkelen van creative skills en innovatieve kracht (bij jongeren en op economisch terrein) wordt steeds meer onderkend. Nieuwe technologieën en de inzet van creatieve vaardigheden bij de ontwikkeling en uitvoering van productieprocessen blijken onmisbaar. De creatieve sector is een groeisector die een factor van belang zal worden voor de westerse economie. Cultuureducatie, mede gericht op de ontwikkeling van creatieve vaardigheden, verdient een stevige positie in het geheel van het onderwijs.
Governance heeft in de afgelopen jaren niet de aandacht gekregen die het verdient. De gemeente Rotterdam heeft in de culturele sector inmiddels aanscherpingen in het beleid doorgevoerd die moeten bijdragen aan de verbetering van het toezicht op de governance in de culturele sector.
Het streven is om alle contracten van culturele huurders van gemeentelijke panden kostendekkend te maken. Het ligt in de bedoeling dat zoveel mogelijk betrokken instellingen voor februari 2016 een nieuw huurcontract hebben en hun aangepaste huur kunnen verwerken in de cultuurplanaanvragen 2017-2020. De huidige aparte compensatie kan dan verdwijnen. De gemeente is in gesprek om met alle betrokken partijen te komen tot deze kostendekkende contracten. Uiteraard kan aanpassing van de contracten alleen in gezamenlijk overleg plaatsvinden.
