Beleidsinitiatieven

Nieuwe  beleidsinitiatieven

Wijkveiligheidsactieprogramma
Het college lanceert in het najaar van 2015 een wijkveiligheidsprogramma 2015-2018. Dit is een meerjarig programma bestaande uit een integrale aanpak om de wijkveiligheid en het veiligheidsgevoel te verbeteren. Daarnaast is gebiedsgericht werken het uitgangspunt. Het college verdeelt aan de hand van de behoefte in de gebieden en de financiële kaders de stedelijke middelen en capaciteit over de gebieden. Deze wijkgerichte benadering zet het college in om de stedelijke doelen te behalen.
Aangezien tussen de geregistreerde veiligheid en de beleefde veiligheid soms grote verschillen bestaan heeft het college, mede op verzoek van de raad, bij de vaststelling van het veiligheidsprogramma #Veilig010 een brede consultatie in gang gezet over veiligheidsbeleving. Op basis van de resultaten van onder meer pilots en wijkgesprekken en de uitkomsten van het wijkprofiel bepaalt het college welke volgende activiteiten in het kader van de Brede Consultatie nodig zijn. De brede consultatie moet uiteindelijk leiden tot een breder palet aan beleidsinterventies en communicatiemiddelen om het gevoel van veiligheid van bewoners en bezoekers in Rotterdam te vergroten.

Cyber resilence
Rotterdam kan zich als Trusted Gateway to Europe geen verstoringen veroorloven. De digitale wereld is een van de domeinen die risico’s voor het functioneren van haven en stad met zich meebrengt. Door technische of menselijke fouten, of door bijvoorbeeld cybercrime die de belangen, veiligheid en reputatie van de haven kunnen schaden. Cyber security is een complexe uitdaging: beveiliging van de vitale infrastructuur vereist andere maatregelen dan het tegengaan van een DDoS-aanval, het Midden en Klein Bedrijf heeft baat bij een andere aanpak dan een multinational. De bedreigingen lopen uiteen van advanced persistent threats, mogelijk geïnitieerd door overheden (cyberspionage of digitale oorlogvoering), tot geklier van pubers die op hun zolderkamertjes met software zitten te knutselen. En alles wordt nog eens extra gecompliceerd door de snel toenemende stortvloed van data waardoor afwijkingen die een aanwijzing kunnen vormen dat er iets mis is lastiger te ontdekken zijn. Cyber resilience staat daarom hoog op de bestuurlijke agenda van Rotterdam. Reden voor de gemeente Rotterdam, de Politie Eenheid Rotterdam en de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond om met alle relevante partners de dialoog aan te gaan over de cyberuitdagingen voor de Rotterdamse haven.

Daarnaast is toegezegd dat de problematiek en de aanpak van intimidatie op straat nader in kaart wordt gebracht, worden extra acties voor slachtofferzorg onderzocht en wordt het opsporingsprogramma  “Bureau Rijnmond” geëvalueerd.

Lopende  beleidsinitiatieven

Focuswijken
In Bloemhof en Hillesluis ligt de aandacht met name op drie gebieden: Strevelsweg, Putsebocht en de Riederbuurt. Specifiek ten aanzien van de Riederbuurt worden er op het Stichtseplein camera's geplaatst. Daarnaast is Bloemhof een focusgebied woninginbraken. Samen met de corporatie en de politie zet het college het komende jaar intensief in op het terugdringen van de woninginbraken.
In Delfshaven pleegt het college extra inzet in de gebieden Tussendijken, ‘s-Gravendijkwal en Middelland. De concrete plannen ten aanzien van de ’s-Gravendijkwal  zijn waarschijnlijk eind 2015 gereed. In het verlengde van 2015 investeert het college in Tussendijken ook in 2016 in een mix van aanpakken en te nemen maatregelen. Het college zet de blok-voor-blokaanpak door en krijgt zo meer inzage in de sociale- en veiligheidsproblematiek achter (elke) voordeur. Het college zet de integrale aanpak van de winkelstraat Schiedamseweg voort. Mensen met een WWB-uitkering worden geactiveerd naar betaald werk of een nuttige tijdsbesteding. Veiligheidsmaatregelen richten zich met name op het terugdringen van woninginbraken, inzet op jeugdoverlast en de aanpak van ondermijning en drugscriminaliteit. Door deze integrale aanpak kan het college de aparte budgetten van de stadsmariniers in de gebieden verlagen.

Woonoverlast
De kern van onze aanpak is de erkenning dat overlasthebbers slachtoffers zijn en recht hebben op hulp en ondersteuning met raad en daad. Het college wil de meldingsbereidheid verhogen en het anoniem melden mogelijk maken. Daarnaast zet het college in op verhoging van de focus van corporaties op privaatrechtelijke gedragsaanwijzingen. Als sluitstuk van de aanpak, ontwikkelt het college Skaeve Huse voor notoire overlastgevers.

Aanpak Jeugdoverlast en -criminaliteit
De komende jaren moet het overlastgevende en criminele gedrag van 200 jongeren stoppen en de rust in 10 jeugdhotspots terugkeren. Het college blijft het Stedelijk Team jongerenwerk daarvoor inzetten en verdubbelt het aantal jeugdhandhavers. Het college zet de aanpak van jeugdgroepen voort, aangepast aan nieuwe vormen van groepsvorming via social media. De Halt straf vormt onderdeel van de hotspotaanpak. Er komt aanbod van opvoedingsondersteuning voor ouders van criminele jongeren. Met  woningcorporaties bekijkt de gemeente hoe ouders via het huurcontract kunnen worden aangesproken op het gedrag van hun kinderen.

Verkeersveiligheid
Het actieplan gericht op agressief en asociaal weggedrag komt voort uit het meerjarenplan verkeersveiligheid. Agressief en asociaal gedrag in het verkeer is een bron van ergernis voor veel Rotterdammers. Ook gevaarlijke verkeerssituaties bevorderen het veiligheidsgevoel van bewoners niet. Het verbeteren van de verkeersveiligheid in de stad is om deze reden een van de prioriteiten van het college. Centraal in het actieplan staan tien snel uit te voeren maatregelen om gevaarlijk en onbehouwen verkeersgedrag aan te pakken.

Veilig ondernemen
In Rotterdam zijn 70 KVO's (Keurmerk Veilig Ondernemen) ontwikkeld. Beheer daarvan is essentieel. Het college wil voorkomen dat  KVO-trajecten opnieuw moeten opstarten. Ook  buiten de focusgebieden blijft het college waakzaam ten opzichte van gebieden waarbij de veiligheidsgevoelens dreigen af te nemen. Daarom meet het college jaarlijks de veiligheidsbeleving, maar op een meer efficiënte wijze.  

Levendige stad
In 2016 behandelt de gemeente de aanvragen van circa 1.700 kleinschalige en 65 grootschalige evenementen. Ook behandelt de gemeente aanvragen van circa 100 demonstraties en verschillende filmvergunningen. Het college optimaliseert het evenementenvergunningenbeleid, waarmee het onderdeel Levendige stad en gezellige binnenstad in het collegeprogramma wordt uitgevoerd. Er volgt een onderzoek naar de criteria van 0- en A-evenementen, zoals beschreven in #veilig010.

Horeca is een belangrijk onderdeel van een aantrekkelijke en gezellige stad. Hierbij is het vanzelfsprekend dat het veilig is. In 2016 blijft de inzet van het college gericht op het zoeken naar mogelijkheden tot vernieuwen en stimuleert ondernemers om met nieuwe ideeën te komen. Vertrouwen in ondernemers staat voorop. Terrasvlonders op parkeerplaatsen, ruimte voor bijzondere pop-up horeca en een eenvoudig te bereiken horecaloket zullen ook in 2016 hieraan bijdragen. Gebiedsgericht en Rotterdammergericht werken staan hierbij centraal. Lastenverlichting, levendige stad en een veilige stad komen hier bij elkaar. Belangrijk in 2016 is de evaluatie van de Horecanota, om zo tot een aangepast horecabeleid voor 2017 en verder te komen. Hierin worden bewoners en ondernemers intensief betrokken.

Het is de exclusieve bevoegdheid van de burgemeester om toe te zien op de naleving van de Drank- en Horecawet. Beleidsmatig is de Drank- en Horecawet onderdeel van het hernieuwde programma Drugs & Alcohol 2. Inmiddels is gestart met het inzetten van een jongerenpool in samenwerking met het Trimbos instituut. Ook wordt door testaankopers de bestaande inzet op toezicht van de naleving van de leeftijdsgrenzen effectiever en gerichter ingezet. Het is de verwachting dat ook in 2016 deze vormen van toezicht worden ingezet. Het uiteindelijke doel blijft om de naleving van de wet te verbeteren en daarmee talentontwikkeling van jongeren te bevorderen en alcohol gerelateerde openbare orde problematiek te voorkomen.

High Impact Crimes
De gemeente, de Politie en het Openbaar Ministerie werken intensief aan het terugdringen van woninginbraken in aangewezen hotspotgebieden. De aanpak in deze gebieden is uitgebreid met een extra middel: de lokwoning. Het gaat hierbij om een woning die zo is ingericht dat daders bij een (poging tot) inbraak 'tegen de lamp lopen' en met succes strafrechtelijk kunnen worden vervolgd. Daarnaast gaat in 2016 extra aandacht uit naar het voorkomen van inbraak en woningovervallen bij senioren.
Gemeente en woningcorporaties hebben voor 2015 en 2016 een stimuleringsregeling opgezet voor het terugdringen van woninginbraken. De regeling komt erop neer dat per project het bedrag dat de corporatie extra investeert in inbraakwerende maatregelen ook door de gemeente wordt ingelegd. Alle partijen zijn de verplichting aangegaan om het extra geld in te zetten voor het terugdringen van het aantal inbraken.

Door gerichte aanpak van helers en het beter registeren van de doorverkoop van goederen is het moeilijker om gestolen goederen te verkopen.

De persoonsgerichte daderaanpak is uitgebreid met een nieuwe interventie: Schoon Schip. Dit project richt zich op personen die al meerdere malen veroordeeld zijn voor met name High Impact Crime delicten, kampen met (gedrags-)problemen en niet plaatsbaar zijn binnen reguliere hulpverleningstrajecten. De deelnemers voeren onder begeleiding van voormalige mariniers zware werkzaamheden uit in de buitenruimte. De deelnemers sporten om te werken aan conditie, emotionele balans en groepsbinding. Bij goed functioneren kunnen de deelnemers doorstromen naar werk of een regulier dagbestedingstraject. Bij onvoldoende functioneren of niet komen opdagen, zet de gemeente direct in op het korten of stopzetten van de uitkering.

Een significant deel van de plegers van high impact crimes is minderjarig. Daarom loopt er een pilot om ook minderjarige overvallers onder verscherpt toezicht te plaatsen. De inzet van Elektronische Controle zal net als bij de volwassenen een belangrijk onderdeel van dit verscherpt toezicht kunnen zijn. De achterliggende gedachte hierbij is dat inzet van Elektronische Controle juist bij deze doelgroep kan helpen om onnodige detentieschade te voorkomen, het leven te structureren en zich los te weken van ’foute’ relaties. Een andere pilot richt zich op jeugdige plegers van HlC-delicten tussen de 18 en 24 jaar. Bij deze groep wordt de Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (de ISD-maatregel) meer structureel ingezet. Deze maatregel biedt mogelijkheden om ook voor deze doelgroep voor een langere periode (twee jaar) te interveniëren op gedragsverandering.

Ondermijning
Van ondermijnende criminaliteit is sprake als boven- en onderwereld verweven raken. Legale economische, juridische en/of sociale structuren worden dan misbruikt voor criminele doeleinden. De gemeente werkt ook in 2016 nauw samen met de RIEC-partners als onder andere het Openbaar Ministerie, de politie, de Rijksbelastingdienst, de Inspectie SZW en het RIEC (Regionaal Informatie en Expertise Centrum) aan de integrale aanpak van ondermijnende criminaliteit in Rotterdam. Er wordt onder andere ingezet op het doorontwikkelen van de drugsaanpak en risicovolle branches. De aanpak is zowel beleidsmatig als projectmatig van aard. De burgemeester rapporteert over de inspanningen en resultaten van de aanpak aan de raad, de laatste brief dateert van 9 juli 2015, via een infographic is een selectie van de resultaten van de aanpak zichtbaar.

De gemeente en haar partners ontwikkelen de aanpak verder In 2016. Op Rotterdam Zuid is een stadsmarinier aangesteld om de slagkracht te vergroten en de aanpak te verbinden. Binnen de aanpak van ondermijnende criminaliteit valt er een link te leggen met nieuwe beleidsontwikkelingen, zoals het recent gewijzigde prostitutiebeleid in relatie tot mensenhandel. Het screenen van ondernemers en marktpartijen door eigen onderzoek en/of adviesaanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob voorkomt dat de gemeente ongewild criminele activiteiten faciliteert.

Prostitutiebeleid
Een belangrijk uitgangspunt van de nota Prostitutie en seksbranche Rotterdam 2015 is het tegengaan van misstanden en mensenhandel in de seksbranche. Uit onderzoek is gebleken dat de prostitutiebranche kwetsbaar is voor misstanden, zoals mensenhandel, uitbuiting en slechte arbeidsomstandigheden. Dit geldt zowel voor de vergunde branche als het illegale circuit. Aangezien het illegale circuit zich geheel onttrekt aan elke vorm van toezicht is de handhaving van illegale prostitutie aangescherpt. Dit komt mede door de pilot massagesalons. Ook maakt de gemeente ondernemers in de vergunde branche meer bewust om signalen te herkennen en misstanden te melden via een jaarlijkse bijeenkomst. Daarnaast is de functie van vertrouwenspersoon ingesteld als laagdrempelig anoniem aanspreekpunt voor misstanden voor de seksbranche.

Coffeeshopbeleid
Verwachting is dat er geen nieuw, grondig gewijzigd coffeeshopbeleid in 2016 zal zijn.
De discussie rondom de verkoop van softdrugs en met name het aanleveren van softdrugs (de ‘achterdeurproblematiek’) zal ook in 2016 veel aandacht krijgen van zowel de politiek als de bewoners van de stad.
De gemeente en partners bestrijden overlast op twee manieren:
a) Via generiek coffeeshopbeleid; gericht op bestrijden van overlast, tegengaan van criminele activiteiten, beschermen van kwetsbare groepen en het beschermen van de gebruiker. Bestrijding vind plaats door direct op signalen van overlast te reageren en door de controles die elke coffeeshop drie maal per jaar onaangekondigd krijgen.
b) Via het instrument van de bewonersavonden waarbij de exploitant in contact met zijn omgeving treedt, (eventuele) klachten en oplossingsrichtingen inventariseert en met de uitkomsten van een dergelijke avond aan de slag gaat.
Om overlast aan te pakken kent het coffeeshopbeleid een handhavingsarrangement volgens welke de burgemeester bij overlast in kan grijpen. In het vierde kwartaal van 2015 presenteert de burgemeester de resultaten van een evaluatieonderzoek naar de gevolgen van het terugbrengen van de sluitingstijding welke een gevolg is van de aanscherping van het coffeeshopbeleid uit 2013. Dit kan eventueel suggesties genereren voor verdere aanscherping van het coffeeshopbeleid in 2016

Op 24 april 2015  is het programma Rotterdamse aanpak radicalisering 2015- 2018 gepresenteerd. De burgemeester informeert de raad over de voortgang en behaalde resultaten. Met dit programma bouwt de gemeente voort op de 10 jaar ervaring die de gemeente met dit onderwerp heeft. De eerdere raadsinformatiebrief ‘voorkomen van maatschappelijke spanningen en intensivering aanpak radicalisering’ van eind 2014 ligt ten grondslag aan dit programma.
De uitvoering van het programma zorgt voor:
- het herkennen van maatschappelijke spanningen in een vroegtijdig stadium en het hier (vanuit de samenleving zelf) actie tegen ondernemen om polarisatie te voorkomen. Hiervoor wordt onder meer het netwerk van sleutelpersonen uitgebreid tot 150 en de methodiek ‘quick-scan maatschappelijke onrust’ herzien;
- zowel de Rotterdamse samenleving als de gemeente organiseert activiteiten ter preventie van radicalisering (gericht op weerbaarheid, bewustwording, bespreekbaar maken, zinvolle dialoog);
- het vergroten van de weerbaarheid van de Rotterdamse samenleving tegen de ideologie van gewelddadig jihadisme;
- het signaleren van radicalisering door professionals, vertrouwens- en sleutelpersonen en relevante organisaties in een vroegtijdig stadium. Zij melden deze signalen bij het Meld- en Adviespunt Radicalisering (MAR);
- het aanbieden in gevallen van radicalisering en gewelddadig jihadisme van een effectieve persoonsgerichte aanpak. Daarom werkt de gemeente in 2016 aan het uitbreiden en versterken van het interventieaanbod en het doorontwikkelen van het regionale casusoverleg in het veiligheidshuis.