Ramingsbijstellingen

Bijstellingen Ruimtelijke ontwikkeling

2016

2017

2018

2019

Ramingsbijstellingen 

2.320

6.220

-1.380

-7.380

Opbrengsten erfpachtconversie

8.000

8.000

0

0

Programma Binnenstad

4.000

6.000

6.000

0

Piek in onderhoud vastgoed

-1.000

-1.000

0

0

Beeindiging erfpacht

-2.400

0

0

0

Niet realiseerbare baten

-6.280

-6.780

-7.380

-7.380

TOTAAL

2.230

6.130

-1.020

-1.870

Toelichting ramingsbijstellingen

Opbrengsten erfpachtconversie (€ 8 mln.)
Met woningcorporaties zijn afspraken gemaakt over de verkoop van in erfpacht uitgegeven gronden. De opbrengst hiervan wordt toegevoegd aan het Investeringsfonds Rotterdam.

Programma Binnenstad (€ 4 mln.)
De middelen die bij begroting 2015 ter beschikking zijn gesteld aan het programma Binnenstad, worden toegevoegd aan het IFR. In de vorige periode zijn de lasten van dit programma ook gedekt uit het IFR waardoor er nu één dekkingsbron voor dit programma ontstaat.

Piek in onderhoud vastgoed (- € 1 mln.)
Om pieken in het onderhoud van een aantal grote objecten in de maatschappelijke portefeuille op te kunnen vangen, is budget ter beschikking gesteld. Deze kosten kunnen niet binnen het jaarlijkse onderhoudsbudget worden opgevangen

Beëindiging Erfpacht (- € 2,4 mln.)
De onderhandelingen van een object worden beëindigd en er wordt een proces op gang gezet om de erfpacht te beëindigen.

Budgetcorrectie niet realiseerbare baten (€ - 6,3 mln.)

Bij het opstellen van de (meerjaren) begrotingen 2014 en 2015 is een knelpunt ontstaan in de periode 2013 - 2014. In deze periode zijn achtereenvolgens meerdere wijzigingen doorgevoerd in de wijze van sturing (productsturing / clustervorming / RSO-vorming). Doorgevoerde lastendalingen hebben ten onrechte geen afname van de baten tot gevolg gehad, maar hebben wel geleid tot lagere uurtarieven. Hierdoor ontstond bij het product Projectmanagement en Engineering in de meerjarenbegroting een niet te realiseren positief saldo en is bij de afnemers van het product daadwerkelijk een voordeel ontstaan. Met deze begrotingswijziging, betrekking hebbend op het redelijkerwijs niet te verhalen gedeelte van het genoten voordeel bij de afnemers,  wordt de meerjarenbegroting op orde gebracht.