Tarieven 2016

Beleidsuitgangspunt is dat de gemeentelijke tarieven, op basis van de CPI-methodiek, in 2016 met maximaal 0,15% mogen dalen ten opzichte van 2015. Onderstaande tarieven, in hele euro's tenzij anders vermeld, zijn een uitzondering op dit beleidsuitgangspunt.

Afvalstoffenheffing
Als gevolg van de beleidsuitgangspunten van het coalitieakkoord voert de gemeente Rotterdam met ingang van heffingsjaar 2015 een tariefsdifferentiatie afvalstoffenheffing in. Niet langer betaalt ieder Rotterdams huishouden eenzelfde tarief, maar betaalt een eenpersoonshuishouden een ander tarief dan een meerpersoonshuishouden. Meerpersoonshuishoudens bieden gemiddeld immers meer afval aan dan een gemiddeld eenpersoonshuishouden. Verder rekent de gemeente met ingang van 2015 de kwijtscheldingslasten geleidelijk niet meer toe aan dit tarief, als gevolg van de beleidsuitgangspunten van het coalitieakkoord.

Door geleidelijk minder kwijtscheldingslasten toe te rekenen aan het tarief, en door verlaging van kosten, kunnen de tarieven afvalstoffenheffing in 2016 verder dalen. Bij de verlaging van kosten gaat het onder meer om verwerkings- en transportkosten, de vrijval van kapitaallasten, lagere toerekenbare BTW-kosten en verlaging van de veegkosten. De voorgestelde tarieven afvalstoffenheffing 2016 bedragen voor een eenpersoonshuishouden € 321,20 (dit komt neer op een daling met € 25,60 oftewel 7,38% ten opzichte van 2015) en voor een meerpersoonshuishouden € 346,90 (dit komt neer op een daling met € 12,80 oftewel 3,56% ten opzichte van  2015).

Tabel: verwachte meerjarige ontwikkeling ASH tarieven (in hele euro's)

ASH tarieven

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2020 tov 2015

een persoonshh

372,2

346,8

321,2

313,2

306,6

306,6

306,6

-40,2

meer persoonshh

372,5

359,7

346,9

342,9

339,6

339,6

339,6

-20,1

noot: Alleen de tarieven 2016 worden vastgesteld door uw raad. Op basis van nieuwe percentages (bijvoorbeeld kwijtscheldingspercentages), actuele ontwikkelingen (aantal huishoudens, kwijtschelders) en gewijzigde inzichten (kostenontwikkelingen) wordt ieder jaar opnieuw de tarieven berekend en ter vaststelling aan uw raad voorgelegd.

Rioolheffing
In 2015 is een nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP4) opgesteld. Het opstellen van een GRP is vanuit de Wet milieubeheer een planverplichting en beschrijft hoe de gemeente omgaat met haar rioleringszorg. De gemeentelijke rioleringszorg bestaat uit drie zorgplichten: de zorg voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. De kosten hiervan worden voor het grootste deel gedekt door de baten uit de rioolheffing. Door de toename van de kosten, met name door de noodzakelijke vervanging van jaarlijks 40 kilometer riool, zal de komende jaren de rioolheffing omhoog gaan.

Voor 2016 stelt het college voor het tarief van de rioolheffing met € 5,00 te laten stijgen ten opzichte van het tarief van € 178,90 in 2015. Het tarief 2016 komt daarmee uit op € 183,60 (inclusief een negatieve CPI-correctie).

Onroerende zaakbelasting (OZB)
De geraamde totale opbrengsten van onroerende- zaakbelastingen (OZB) 2016 bedragen circa € 229 mln. Volgens de Kadernota Lokale Lasten 2014 – 2018 is hierbij de werkwijze gehanteerd dat de totale OZB-opbrengsten van deze belasting niet toenemen ten opzichte van 2015, anders dan de CPI-trend en met de toename van het aantal te belasten objecten. Daarenboven betekent de uitvoering van het voornemen uit de Kaderbrief 2015 om steviger in te zetten op de betaling van belastingaanslagen een extra opbrengst van € 1 mln. We zullen daarnaast onze bestanden voor wat betreft leegstandcijfers nog beter in overeenstemming gaan brengen met de feitelijke leegstand in de stad.

De opbrengsten zijn de uitkomst van de volgende rekensom: de totale waarde onroerend goed maal het tarief. Omdat de waarde van het onroerend goed een autonoom gegeven is dat jaarlijks via taxatie wordt bepaald, en de opbrengsten voor ieder begrotingsjaar taakstellend worden vastgesteld door de gemeenteraad, is de hoogte van de OZB-tarieven voor een bepaald belastingjaar hiervan de rekenkundige afgeleide. Voor het belastingjaar 2016 houdt de gemeente op basis van de marktanalyse rekening met een gemiddelde waardestijging met 1,98% van de woningen. Voor de niet-woningen moet rekening worden gehouden met een gemiddelde waardedaling met 1,69%.  

Gegeven deze waardeontwikkeling enerzijds en de taakstellende opbrengsten anderzijds, stelt het college voor het tarief OZB eigenaar woningen met 2,06 % te laten dalen ten opzichte van 2015 en het tarief OZB eigenaar niet-woningen te laten dalen met 0,65 %. Omdat daarenboven de leegstand onder niet-woningen naar verwachting in 2016 zal toenemen, stijgt het tarief gebruiker niet-woningen met 0,95 %.

Uiteindelijk gaat het erom welk aanslagbedrag de belastingplichtige eigenaar/bewoner aantreft op zijn OZB-aanslag. De gemiddelde OZB-aanslag voor een eigenaar/bewoner van een woning daalt met € 1,53 (- 0,80 %) ten opzichte van 2015. In deze tariefsberekeningen houdt de gemeente verder, volgens de bepalingen van de Kadernota Lokale Lasten 2014 – 2018, rekening met oninbaarheid en leegstand.

Verlaging van het tarief hondenbelasting
In het coalitieakkoord is uitgesproken de tarieven voor de hondenbelasting in de periode 2016 – 2018 geleidelijk te verlagen tot uiteindelijk 30% ten opzichte van 2014. Het college stelt voor om voor 2016 de tarieven te verlagen met 11 % ten opzichte van 2015, inclusief de trendcorrectie.

Reclamebelasting havengebied
Ter bevordering van de bedrijvigheid in het havengebied stelt het college een nihil tarief reclamebelasting voor het havengebied voor. Het havengebied omvat de volgende gebieden: Botlek, Europoort, Maasvlakte, Waalhaven, Waalhaven Zuid, Vondelingenplaat en Eemhaven.

Verdere verlaging van het kwijtscheldingspercentage naar 50% in 2018
Volgens het coalitieakkoord moet het percentage van de aanslag dat voor kwijtschelding in aanmerking komt in 2018 worden verlaagd naar 50%. In 2015 bedroeg dit kwijtscheldingspercentage 70% en voor 2016 is het voorstel het kwijtscheldingspercentage op 60 % te bepalen.