Kostensoorten

Kostensoorten

Rekening

Begroting

Begroting

Raming

Raming

Raming

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Totaal baten

    3.053.989

    3.258.375

    3.212.454

    3.312.255

    3.129.006

    3.091.989

Belastingen

       274.807

       285.791

       287.909

       289.293

       290.667

       292.384

Bijdragen rijk en mede-overheden

    2.008.057

    2.266.694

    2.219.527

    2.314.190

    2.169.774

    2.141.015

Dividenden

       115.436

       112.339

        97.495

        98.784

       100.098

       101.439

Financieringsbaten

        37.390

        76.355

        26.005

        20.910

        17.740

        14.634

Opbrengsten derden

       576.142

       566.674

       571.229

       546.692

       534.907

       528.973

Overige baten

        42.157

       -49.478

        10.289

        42.386

        15.819

        13.543

Totaal lasten

    3.015.789

    3.485.255

    3.370.333

    3.392.900

    3.144.050

   3.089.019

Apparaatslasten

       814.731

       850.036

       818.183

       801.523

       769.478

      761.120

Inhuur

        43.047

        59.061

        26.450

        25.763

        25.000

       25.000

Overige apparaatslasten

        33.366

        46.810

        50.853

        49.033

        47.595

       47.714

Personeel

       738.318

       744.165

       740.880

       726.727

       696.884

     688.406

Interne Lasten

       -15.787

       -30.565

       -18.530

       -22.326

       -22.231

        -24.433

Beleidspecifiek vastgoed

               0

               0

                0

                0

                0

              0

Concernbrede bedrijfsvoeringskosten

                0

                0

                0

               0

              0

               0

Overige doorbelastingen

       -15.787

       -30.565

       -18.530

       -22.326

       -22.231

        -24.433

Programmalasten

    2.216.844

    2.665.784

    2.570.680

    2.613.703

    2.396.802

   2.352.332

Financieringslasten

        66.524

        61.949

        74.062

        78.788

        81.854

       79.555

Inkopen en uitbestede werkzaamheden

       420.986

       501.193

       496.543

       490.502

       417.413

      416.478

Kapitaallasten

       153.873

       116.700

       117.750

       116.362

       116.046

      113.640

Overige programmalasten

       339.413

       465.335

       435.920

       516.290

       376.937

      339.175

Salarislasten WSW en WIW

        67.646

        66.850

        61.602

        57.041

        52.806

       48.246

Sociale uitkeringen

       684.043

       839.820

       835.239

       845.303

       847.294

      848.742

Subsidies en inkomensoverdrachten

       484.357

       613.936

       549.564

       509.418

       504.451

      506.496

Saldo voor reserveringen

        38.200

      -226.880

      -157.879

       -80.645

       -15.044

          2.970

Onttrekking aan reserves

       334.315

       453.622

       279.944

       162.070

        78.939

        58.970

Toevoeging aan reserves

       261.726

       226.743

       122.065

        81.425

        63.895

       61.940

Saldo na reserveringen

       110.790

               0

               0

               0

               0

               0

Toelichting kostensoorten
Sluitende begroting

De begroting kent, inclusief de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves, in 2016 een totale omvang van € 3,5 mrd. Conform BBV zijn gemeenten gehouden aan de plicht om jaarlijks een minimaal sluitende begroting neer te leggen. De begroting moet ook structureel in evenwicht zijn. Dit houdt in dat de structurele lasten en de daar tegenoverstaande structurele baten tenminste met elkaar in evenwicht zijn.

Baten

De belangrijkste inkomstenbron is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds die de gemeente van het Rijk ontvangt. Daarnaast ontvangt de gemeente Rotterdam ook rijksmiddelen in de vorm van specifieke uitkeringen, decentralisatieuitkeringen en taakmutaties. In totaal wordt er in 2016 ca. € 2,2 mrd. van rijk en mede-overheden ontvangen. De integratie-uitkering Sociaal Domein, bedoeld voor de uitvoering van de decentralisaties, is een van de grootste posten binnen de uitkering uit het Gemeentefonds. In de Meicirculaire Gemeentefonds zijn consequenties van de diverse verdeelmodellen verwerkt. In 2016 ontvangt Rotterdam een bedrag van € 442 mln voor de uitvoering van deze taken.

De opbrengsten van derden hebben in 2016 een omvang van € 571 mln. De grootste post hierin betreft de tarieven die de gemeente bij inwoners in rekening brengt. Voorbeelden zijn (grotendeels kostendekkende) tarieven voor de afgifte van een paspoort of een rijbewijs, opbrengsten uit parkeren, het ophalen van huisvuil of vervanging en onderhoud riolen.

Daarnaast mag de gemeente op grond van de Gemeentewet van haar inwoners ook zelf belasting heffen. De belangrijkste gemeentelijke belasting is de onroerende zaakbelasting (OZB). Verder heft de gemeente ook andere belastingen als precario-, logies- en hondenbelasting. De belastinginkomsten bedragen in 2016 € 288 mln.

De gemeente ontvangt ongeveer € 98 mln aan dividendopbrengsten van verbonden partijen en inkomsten uit financiering. Naast deze externe inkomstenbronnen wordt er in 2016 voor € 280 mln onttrokken aan de huidige reserves. Deze reserves zijn grotendeels direct verbonden aan een programma of project (bestemmingsreserves).

Lasten

Ongeveer € 818 mln van de lasten zijn apparaatslasten, waarvan het merendeel personeelskosten.De concernbrede bedrijfsvoeringskosten van de RSO en Concernhuisvesting worden doorbelast aan de overige producten en zichtbaar in de categorie Interne Lasten. De programmalasten bedragen € 2,6 mld. Daarnaast wordt er in 2016 € 122 mln toegevoegd aan bestemmingsreserves.