Financiële positie
De komende jaren ontstaat niet als vanzelf financiële ruimte voor nieuw beleid. We hebben stevig financieel ingegrepen om het weerstandsvermogen aan het eind van de collegeperiode op het niveau van € 160 mln te houden. Daarbij hebben we gepoogd de directe gevolgen voor de Rotterdammers zo beperkt mogelijk te houden. De Meicirculaire van het Rijk zorgde echter voor een forse onverwachte tegenvaller. Meerjarig leidde dit bij de kaderbrief 2015 tot een negatieve bijstelling van het weerstandsvermogen van € 13,8 mln. Inmiddels zijn er nieuwe financiële inzichten uit de Tweede Bestuursrapportage 2015 die het negatieve effect compenseren waardoor het weerstandsvermogen in 2019 weer op het gewenste niveau komt.
Kengetallen
Kengetallen zijn getallen die de verhouding uitdrukken tussen bepaalde onderdelen van de begroting en de balans. Ze helpen bij de beoordeling van de financiële positie. In het onderdeel ‘kengetallen’ van de website, is per kengetal de uitkomst weergegeven. Het is niet mogelijk om een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen moeten altijd in samenhang worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie .
Op basis van de uitkomsten van de kengetallen is de financiële positie van de gemeente Rotterdam in 2016 houdbaar: weerstand en flexibiliteit zijn voldoende. Er zijn voldoende buffers (zowel structureel als incidenteel) voorhanden om de risico´s, als deze zich voordoen, en andere onvoorziene tegenvallers op te kunnen vangen. We zien dat het weerstandsvermogen in 2018 nog niet op het niveau van € 160 mln zit. Dat is wel het geval in 2019. De septembercirculaire van het Rijk kan nog tot veranderingen leiden. Dit heeft onze volle aandacht en we zullen bij de begrotingsvoorbereiding van volgend jaar ervoor zorgen dat het weerstandsvermogen óók in 2018 weer op het gewenste niveau zit. Wij informeren de raad over de financiële effecten van de septembercirculaire separaat.
De begroting is structureel in evenwicht: de structurele lasten worden volledig gedekt door de structurele baten. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm geven aan dat het risico zeer beperkt is dat het begrotingsevenwicht in gevaar kan komen als gevolg van grote fluctuaties in de korte en lange rente. De vaste schulden nemen in de komende jaren af, waardoor de nettoschuldquote verbetert. Het eigen vermogen daalt gedurende de komende jaren en stabiliseert vanaf 2017, waardoor de solvabiliteitsratio licht daalt. Aandachtspunt blijft de ontwikkeling van het EMU-saldo dat – als gevolg van hoge geraamde investeringen – de door het Rijk bepaalde referentiewaarde overschrijdt. Een eventuele overschrijding van het feitelijk gerealiseerde EMU-saldo van alle decentrale overheden samen leidt in deze kabinetsperiode nog niet tot een boete. Tot slot geeft het kengetal van de belastingcapaciteit weer dat we door de voorgestelde daling van tarieven 2016 van de gemeentelijke woonlasten in onze gemeente, we steeds meer naar het landelijk gemiddelde toe bewegen.
