Bijstellingen
Financieel kader product: | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
|---|---|---|---|---|
Rotterdamse Serviceorganisatie (RSO) | ||||
Beginstand jaarovergang | - 4 348 | - 4 229 | - 4 528 | - 4 528 |
Bezuinigingen | 1 255 | 1 255 | 1 255 | 1 255 |
Ramingsbijstellingen | - 18 236 | - 18 236 | - 18 236 | - 18 236 |
Reserves | 0 | 0 | 0 | 0 |
Technische wijzigingen | 24 590 | 26 126 | 28 008 | 27 494 |
Totaal | 3 261 | 4 916 | 6 499 | 5 985 |
Toelichting bezuinigingen
Besparing op inkoop (€ 1.3 mln)
De bestedingsanalyse leidt tot een besparing op de inkoop. Voor 2016 is de gehele besparing van € 10 mln. structureel verwerkt in de begrotingen van de producten en programma’s. Dit leidt binnen dit product tot lagere lasten van € 1.255.
Toelichting ramingsbijstellingen
Dubbel efficiency taakstelling (-€ 15.7mln)
De opdracht tot besparing op de bedrijfsvoeringskosten (vorige collegeperiode) heeft in de combinatie met de invoering van de genormeerde loonkosten (loonkostenmodel) bij de begroting 2014 abusievelijk geleid tot een dubbele taakstelling op het product Rotterdamse Serviceorganisatie.
Interne leveringen concern (-€ 2.5 mln)
De organisatieonderdelen nemen onderling diensten en goederen van elkaar af. Deze interne leveringen worden in de begrotingen opgenomen als kosten dan wel als baten. Gebleken is dat bij de huidige afstemming met organisatieonderdelen opgenomen baten in de begroting van de Serviceorganisatie niet overeenkomstig zijn opgenomen in de lasten bij overige organisatieonderdelen. Dit leidt tot een onvermijdbaar knelpunt van € 2,5 mln vanaf 2015 en verder.
Toelichting technische wijzigingen
Budget Bestedingsanalyse (-€ 500)
Voor de uitvoering van de bestedingsanalyse is een projectteam ingericht die zich bezig houdt met de analyse op de inkoop, ontwikkeling en monitoring en dit alles in nauwe samenwerking met alle organisatieonderdelen. Voor dit projectteam zijn incidenteel (2016, 2017) middelen ter beschikking gesteld van € 500.
Verschuiving taakstelling overhead (€ 7.1 mln)
In de begroting 2015 en verdere jaren was onder Algemene middelen een taakstelling begroot op de overhead van € 5,4 mln in 2015 oplopend tot € 7,1 mln vanaf 2016. Deze taakstelling wordt nu meerjarig verschoven naar het product Rotterdamse Serviceorganisatie. Achtergrond van deze taakstelling is een verlaging van de bedrijfsvoeringskosten als gevolg van reeds gerealiseerde personeelsreductie in het concern.
Rotterdam in ontwikkeling (€ 5.1 mln)
In het coalitieakkoord is afgesproken dat de gemeentelijke organisatie aan het einde van de collegeperiode in 2018 € 40 miljoen structureel goedkoper is. Deze besparing wordt voor ruim de helft op de bedrijfsvoering (€ 20,5 mln) gerealiseerd. De effecten hiervan zijn ook op het product Serviceorganisatie verwerkt.
Daarnaast dragen de domeinen Gebieden (onderdeel Gebied en organisatieonderdelen voor zover werkzaam in de gebieden) en Beleid respectievelijk € 9,4 mln en € 7 mln bij. In het primair proces gaat het om € 2,2 mln aan besparingen. Het opnieuw inrichten van de controlfunctie levert € 1,0 mln op.
Herijking loonkostenmodel (€ 816)
Vanaf 2013 worden de loonkosten middels een genormeerd loonkostenmodel begroot. Vanaf 2016 houdt het loonkostenmodel beter rekening met specifieke personele toelagen bij de verschillende organisatieonderdelen. Dit leidt tot verschuivingen in de loonkosten tussen de organisatieonderdelen en daarmee de programma's. Voor het programma/product Rotterdamse Serviceorganisatie betreft dit € 0,8 mln.
Actualisering en verschuivingen met andere producten (- €2.2 mln)
Dit betreft het saldo van diverse verschuivingen binnen het programma Serviceorganisatie en tussen andere programma's. Voorbeeld hiervan is overheveling van formatie vanuit het programma Maatschappelijke Ondersteuning naar het programma Serviceorganisatie. Op concernniveau zijn deze mutaties budgettair neutraal.
Aanpassing generieke doorbelasting (€ 14.3 mln)
De Serviceorganisatie maakt kosten ten behoeve van de ondersteuning van de primaire processen die plaatsvinden in de overige organisatieonderdelen. Deze kosten worden doorbelast aan de andere beleidsinhoudelijke producten. De aanpassing in de doorbelasting is ruim € 14 mln in 2016 en loopt af naar ruim € 1 mln structureel. Deze aanpassing bestaat uit het saldo van alle bovengenoemde ramingsbijstellingen en technische mutaties en is op concernniveau neutraal.
