Bijstellingen

Financieel kader product:

2016

2017

2018

2019

 Zorg volwassenen

Beginstand jaarovergang

-  327 920

-  321 503

-  316 073

-  316 073

Bezuinigingen

  3 007

  3 007

  3 007

  3 007

Intensiveringen

   0

-   524

-   783

-   783

Ramingsbijstellingen

   0

   0

   0

   0

Reserves

   0

   0

   0

   0

Taakmutaties

  15 436

  7 113

  5 963

  3 762

Technische wijzigingen

-   808

-  1 132

  1 864

  2 331

Totaal

-  310 285

-  313 039

-  306 022

-  307 756

Toelichting bezuinigingen

Verwerking Kaderbrief (€ 2.4 mln)
Om de ramingsbijstellingen en intensiveringen meerjarig te kunnen dekken, stellen we enkele bezuinigingsmaatregelen voor. In de kaderbrief is aangegeven dat hiervan € 14 mln nog nader uitgewerkt wordt in de begroting 2016. Voor het product Zorg volwassenen wordt hiervoor € €2,4 mln aan structurele bezuinigen voorgesteld:
- Een tweetal subsidies wordt met ingang van 2016 beëindigd, waardoor € 0,5 mln vrijvalt. Dit betreft een subsidie voor voorlichting over hulpverlening aan vrouwen die ongewenst zwanger of ongewenst kinderloos zijn, omdat er voldoende alternatieve vormen van voorlichting voorhanden zijn. De beëindiging van de andere subsidie is het gevolg van gewijzigde inkoopkaders: een groot deel van de gesubsidieerde dienstverlening valt onder het wijkgebonden maatschappelijk werk en maakt daarmee integraal onderdeel uit van de aanbesteding Nieuw Rotterdams Welzijn, en zou anders dubbel worden gefinancierd.
- Vanuit het rijk ontvangt de gemeente extra middelen voor opvang, omdat Rotterdam sinds een aantal jaren zelf deze zaken heeft bekostigd heeft het rijk het verdeelmodel hiervoor aangepast. Hierdoor kan 1,9 mln vrijvallen ten gunste van het algemene beeld.

Bestedingsanalyse (€ 607)
De bestedingsanalyse leidt tot een besparing op de inkoop. Voor 2016 is de gehele besparing van € 10 mln. structureel verwerkt in de begrotingen van de producten en programma’s. Dit leidt binnen dit product tot lagere lasten van € 607.

Toelichting intensiveringen

Heroverweging besluit ramingsbijstelling SW – Participatiebudget (- €524 vanaf 2017)
Vanaf 2017 is de dekking van de ramingsbijstelling SW vanuit het participatiebudget heroverwogen; dit betekent een lagere krimp van het participatiebudget dan waar tot nu toe rekening mee is gehouden. Het totaalbedrag van deze boeking bedraagt € 13,5 mln, welke voor circa € 9 mln binnen het programma Werk en Inkomen valt en voor ca € 4,5 mln binnen de programma's Maatschappelijke Ondersteuning en Volksgezondheid en Zorg. Binnen het product Zorg volwassenen gaat het om € 0,5 mln oplopend naar € 0,8 mln.

Toelichting ramingsbijstellingen

Children's Zone (€ 1.4 mln)
Aan de bestemmingsreserve AWBZ onttrekken we in 2016 € 1,4 mln voor uitvoering van de Children’s Zone in Rotterdam-Zuid.

Participatiebudget (€ 4.4 mln)
Een deel van het participatiebudget wordt besteed binnen het product Zorg voor volwassenen, bijvoorbeeld voor dagbesteding. Door Rijkskortingen daalt het participatiebudget meerjarig. Deze krimp van het participatiebudget wordt opgevangen binnen deze zorgbudgetten.

Toelichting reserves

Regionale coördinatie nazorg ex-gedetineerden (€ 0)
Voor de regionale coördinatie nazorg ex-gedetineerden wordt in 2016 € 158 ingezet vanuit de hiervoor gereserveerde middelen binnen de taakmutatie gemeentefonds.

Dagbesteding (€ 0)
In 2016 wordt eenmalig € 1,0 mln uit de bestemmingsreserve Decentralisatie AWBZ ingezet voor dagbesteding.

Toelichting taakmutaties

Gevolgen Meicirculaire WMO (€  16.1 mln)
Dit betreft de gevolgen van de Meicirculaire voor het WMO-deel: beschermd wonen en ambulante begeleiding. In het meerjarenbeeld is sprake van uiteenlopende bewegingen: de budgetten voor de ambulante Wmo-taken dalen van € 79,7 mln in 2015 naar € 70,9 mln in 2020, terwijl de budgetten voor Beschermd Wonen stijgen van € 93,0 mln in 2015 naar € 105,0 mln in 2020. De daling in 2016 lijkt in onderstaande cijfers hoger dan in de volgende jaren. Toch is sprake van een geleidelijke daling van de budgetten. De grote daling in 2016 is namelijk het gevolg van een te hoog afgegeven budget voor 2016 in de vorige begroting.
De meerjarige daling van het budget voor ambulante begeleiding is het gevolg van de Rijksbezuinigingen op de gedecentraliseerde taken én van de invoering van een objectief verdeelmodel. Dit verdeelmodel pakt negatief uit voor Rotterdam (min € 5,5 mln), wat een forse verslechtering betekent in vergelijking met de cijfers die vorig jaar in de Septembercirculaire 2014 werden gepresenteerd (min € 0,5 mln).
Het budget voor beschermd wonen stijgt de komende jaren, vooral vanwege de stapsgewijze overheveling van budget voor kapitaallasten, die nu nog gedeeltelijk rechtstreeks door het Rijk worden betaald aan zorgaanbieders.

WMO Huishoudelijke hulp ( € 6.2 mln)
De forse structurele daling van het budget voor huishoudelijke hulp is de financiële vertaling van afspraken hieromtrent in het Regeerakkoord, conform de Septembercirculaire 2014 en Meicirculaire 2015. Door een resultaatgerichte inkoop heeft Rotterdam de afgelopen jaren reeds geanticipeerd op deze daling, waardoor verdere bezuinigingen op de huishoudelijke hulp niet nodig zijn om deze korting op te vangen.

Huishoudelijke hulptoelage (- €3.5 mln)
Dit betreft de toekenning van tijdelijke Rijksmiddelen voor de Huishoudelijke Hulp Toelage.

Maatschappelijke Opvang (- € 2.4 mln)
De decentralisatie-uitkering Maatschappelijke Opvang voor Rotterdam stijgt de komende jaren door toepassing van een objectief verdeelmodel op middelen die met ingang van 2015 zijn overgekomen vanuit de AWBZ.

Overige taakmutaties (- € 513)
Dit betreft een verzameling kleinere taakmutaties.

Bijstelling participatiebudget (- € 360)
Het voormalige participatiebudget wordt voor een deel besteed binnen dit product. Tot en met 2014 werd het volledige participatiebudget verantwoord op het product werk en re-integratie in verband met verantwoordingsvereisten aan het Rijk. Vanaf 2015 zijn deze verantwoordingsvereisten vervallen. Daardoor kunnen de budgetten gefinancierd uit het ex-participatiebudget vanaf nu worden verantwoord op het product waar het inhoudelijk thuis hoort. Dit betreft een positieve bijstelling van het participatiebudget uit de mei circulaire waarvan een deel dus binnen dit product valt.

Toelichting technische wijzigingen

Ontvlechting participatiebudget ( -€ 2.1 mln)

Het voormalige participatiebudget wordt voor een deel besteed binnen dit product. Tot en met 2014 werd het volledige participatiebudget verantwoord op het product werk en re-integratie in verband met verantwoordingsvereisten aan het Rijk. Vanaf 2015 zijn deze verantwoordingsvereisten vervallen. Daardoor kunnen de budgetten gefinancierd uit het ex-participatiebudget vanaf nu worden verantwoord op het product waar het inhoudelijk thuis hoort.

Tegemoetkoming meerkosten zorg ( € 9.6 mln)
In de begroting 2015 is het voormalig rijksbudget voor de tegemoetkoming meerkosten zorg opgenomen binnen het product Armoedebestrijding. De inmiddels vastgestelde regeling Tegemoetkoming Meerkosten Zorg past inhoudelijk beter bij het product Zorg voor Volwassenen, gezien de relatie met de Wmo 2015. Door deze begrotingswijzigingen wordt het budget overgeheveld naar Zorg voor Volwassenen.

Overige technische mutaties (- € 8.3 mln)
In de begroting is verwerkt een herverdeling van de formatie. Dit leidt tot verschuivingen binnen de producten.
Vanaf 2013 worden de loonkosten middels een genormeerd loonkostenmodel begroot. Vanaf 2016 houdt het loonkostenmodel beter rekening met specifieke personele toelagen bij de verschillende organisatieonderdelen. Dit leidt tot verschuivingen in de loonkosten tussen de organisatieonderdelen en daarmee de producten en programma's. Daarnaast is in het coalitieakkoord afgesproken dat de gemeentelijke organisatie aan het einde van de collegeperiode in 2018 € 40 miljoen structureel goedkoper is. Deze besparing wordt voor ruim de helft op de bedrijfsvoering (€ 20,5 mln) gerealiseerd. Daarnaast dragen de domeinen Gebieden (onderdeel Gebied en organisatieonderdelen voor zover werkzaam in de gebieden) en Beleid respectievelijk € 9,4 mln en € 7 mln bij. In het primair proces gaat het om € 2,2 mln aan besparingen. Het opnieuw inrichten van de controlfunctie levert € 1 mln op. De effecten hiervan zijn ook op dit product verwerkt.
Daarnaast is de indexering 2016 in de begroting verwerkt.