Begroting2016

Algemeen
De afspraak over het product Financiering is dat dit een 0-product is. In de gemeentelijke regelgeving is onder andere het renteomslagstelsel geregeld. Het renteomslagstelsel houdt in dat vermogenskosten aan de gemeentelijke producten worden doorberekend op basis van de boekwaarden op de balans. De rente die hiervoor wordt gehanteerd is de omslagrente, deze wordt op basis van langjarige verwachtingen door de gemeente zelf vastgesteld. Met het oog op een stabiel meerjarig begrotingsbeeld streeft de gemeente naar een evenwichtige ontwikkeling van de omslagrente, waarbij eventuele schommelingen in marktrentes slechts gematigd doorwerken. Doordat de uiteindelijke vermogenskosten hoger of lager uitvallen dan de omslagrente, ontstaat er een resultaat. Dit financieringsresultaat wordt verrekend met de financieringsreserve. Jaarlijks wordt bekeken of de omvang van de financieringsreserve voldoende is in relatie tot de renterisico's.

Financieringsreserve
De gemiddelde rente is de afgelopen jaren sterk gedaald. Hierdoor zijn de gemiddelde vermogenskosten van de gemeente aanzienlijk gezakt en is het mogelijk om de omslagrente te verlagen van 4% naar 3,5% per 1 januari 2017. Omdat het hierbij gaat om een grote operatie, met veel interne herverdelingseffecten, nemen we hiervoor een jaar de tijd om de verlaging op een verantwoorde manier te verwerken in de begroting. Dit betekent dat het college in deze meerjarenbegroting nog rekent met een omslagrente van 4%. Het daarbij behorende renteresultaat wordt al wel zichtbaar en toegevoegd aan de Financieringsreserve. Vervolgens valt bij het product Beheer Algemene Middelen dit deel van de Financieringsreserve vrij in het algemene beeld (2016: € 14.125; 2017: € 11.750; 2018: € 10.380 en in 2019 € 9.000). Naast deze bijstelling is er ook een effect van actualisering van de verwachte ontwikkeling van de balans en de financiering daarvan  

Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR)
Vanuit het product Financiering wordt in 2016 € 18 mln. toegevoegd aan het IFR. De afspraak is dat de bespaarde rente ten gunste van het IFR komt. De bespaarde rente bestaat uit 2 componenten. Ten eerste de bespaarde rente over het IFR zelf, deze wordt jaarlijks ingezet voor de dekking van de daarvoor aangewezen kapitaallasten van het investeringsprogramma. De tweede component is de bespaarde rente over de overige reserves en voorzieningen. De ontwikkeling van de reserves en voorzieningen is altijd onzeker, daarom  wordt slechts een deel van de bespaarde rente ingezet bij de begroting en alleen voor het eerstvolgende jaar. Bij de jaarrekening − of mogelijk bij een tussentijdse bestuursrapportage − wordt het resterende deel van de bespaarde rente bestemd. Daarbij blijft het uitgangspunt dat dit resterende deel wordt toegevoegd aan het IFR. Voor 2016 stelt het college voor om een bedrag van € 18,0 mln bespaarde rente toe te voegen aan het IFR. Deze middelen worden gebruikt ter dekking van het investeringsvoorstel 2016 .